3 0 oktober 199 0
435
tot onderhoud, beheer en exploitatie met dezelfde problemen wor
den geconfronteerd. Hebben wij goed begrepen, dat op korte ter
mijn een herziening van het beleid aan de orde zal komen? De
richtinggevende notitie zwembaden - daarover is al verschillen
de malen gesproken in deze algemene beschouwingen - is juist op
tijd gereed gekomen en daarvoor verdient de nieuwe portefeuille
houder een compliment. Voor de V.V.D. geldt nog steeds als uit
gangspunt voor het zwembadenbeleid, dat privatisering van één
of meer baden voor de hand ligt. De notitie sluit deze mogelijk
heid niet uit en dat geeft hoop. Breda is een stad met een ster
ke concentratie van onderwijsinstellingen, maar heeft nog onvol
doende specifieke mogelijkheden voor studentenhuisvesting. Het
college heeft reeds enkele aanzetten gegeven om daarin verbete
ring te brengen. Dit beleid moet worden voortgezet. Onze vraag
is: ziet het college mogelijkheden om met gebruikmaking van spe
ciale projectsubsidieregelingen in deze sector verder stimule
rend op te treden? Tenslotte merkt de V.V.D.-fractie op, dat
vanuit liberaal gezichtspunt een goed gemeentelijk volkshuisves
tingsbeleid kan worden gevoerd zonder het instrument van de
woonruimtewet 1947.
De heer DE LEEUW
De verkiezingen van maart van dit jaar hebben voor D66 een ple
zierig resultaat gehad. Naar onze mening mogen we hieruit con
cluderen dat de inbreng van D66 in de politieke arena door de
kiezers wordt gewaardeerd. De groei van onze fractie van twee
naar zes leden is een grote sprong voorwaarts en geeft mogelijk
heden om meer inhoud te geven aan ons politieke werk. Uiteraard
zal dit niet op stel en sprong kunnen, want ook voor ons is het
even wennen. De uitslag heeft ook zijn weerslag gehad bij de
voortvloeiende collegevorming. In gezamenlijk, constructief
overleg zijn we er met zijn allen uitgekomen. Met het toetreden
van D66 tot het college zijn we uiteraard blij. We zien hierin
niet alleen de weerslag van de verkiezingsuitslag, maar ook on
ze gedragslijn uit de twee vorige raadsperiodes, namelijk deel
nemen aan het programakkoord, zonder zitting te hebben in het
college van B. en W. met een positief kritische houding. De
nieuwe situatie ontslaat ons niet van de verplichting deze posi
tief kritische houding ten aanzien van het college te continue
ren. De vreugde over de voor ons zo gunstige resultaten van de
verkiezingen wordt getemperd door, opnieuw, een lage opkomst
van de kiezers. De fraaie woorden over relatie burger-bestuur
zullen daarom ook moeten worden omgezet in daden.
Het bestuur
De betrokkenheid van de Bredase burger bij het bestuur van
onze stad is een belangrijk item, ook in het programakkoord.
Veel aandacht voor het verbeteren van de relatie burger-bestuur
blijft noodzakelijk. Van belang is, naar onze mening, een bezin
ning op het functioneren van ons gemeentelijk systeem, inclu
sief de politiek. We kunnen dat bestuurlijke vernieuwing noe
men; op zich is het etiket niet interessant. De herbezinning
dient zowel intern als extern gericht te zijn; immers beide as
pecten beïnvloeden elkaar wederzijds sterk. Intern betekent dit
onder andere aandacht en uitwerking voor een beleid op hoofdlij-