3 0 oktober 1990 436 nen, mandatering, spreiding van verantwoordelijkheden en be voegdheden, alsmede ontkokering van het gemeentelijk apparaat. De externe aanpak is minstens even complex als de interne. Het bewandelen van nieuwe wegen moeten we niet schuwen. Echter we moeten oppassen voor niet goed voorbereide en niet doordachte paniekreacties, die op korte termijn wellicht enig effect sorte ren, maar daarna averechts kunnen werken. Een voorbeeld hiervan is het gegeven hoe op diverse plaatsen wordt omgegaan met het fenomeen referendum. Het zal U duidelijk zijn: D66 blijft het referendum als goede mogelijkheid zien om de burgers bij het be stuur te betrekken, maar een goede voorbereiding en een door dachte aanpak is ons inziens in dezen noodzakelijk. Van belang is, naar de mening van D66, dat het betrekken van burgers bij het nemen van beslissingen een soort tweede natuur wordt, waar bij door de bedenkers van oplossingen en ideeën niet alleen ge dacht wordt wat zij ervan vinden, maar juist wat wij er samen van vinden. Een essentieel element om de burgers bij het be stuur te betrekken is het creëren van duidelijkheid: waar zijn we mee bezig, wat zijn de keuzemogelijkheden, wanneer is er sprake van voorlichting en wanneer van inspraak en wat zijn daarbij de marges. Deregulerings- en decentraliseringstendenzen bij de rijksoverheid spreken ons in dit kader zeker aan. We moe ten echter waken dat dit niet leidt tot een nieuwe, uitgebreide regelgeving en centralisatie op locaal niveau. Andere mogelijk heden om de relatie burger-bestuur op een positieve wijze te beïnvloeden is het klantgericht werken en het kiezen van kwali- teitsprodukten. In menige bijlage bij diverse deelbegrotingen van de afgelopen jaren wordt het belang van een cliëntvriende- lijke benadering onderstreept. De filosofie, die ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van de publiekshal in het stadskan toor, geeft hieraan een goede invulling. Begeleiding en oplei ding van onze medewerkers terzake zal evenwel naar onze mening duidelijk aandacht moeten krijgen. Basis voor klantgericht wer ken is, zoals eerder gezegd, duidelijkheid. Het beleid op hoofd lijnen kan hierbij een belangrijke rol spelen. Teneinde het be leid op hoofdlijnen te kunnen realiseren zullen voor de raad goede randvoorwaarden moeten worden gecreëerd. In ieder geval een goede informatieoverdracht middels bijvoorbeeld een raadsin- formatiesysteem, waarbij de toegankelijkheid van de informatie basis moet zijn. Het in de begroting opgenomen bedrag van 100.000, zien wij in dit kader als indicatief. De discus sie over de invulling ervan zal snel moeten worden opgestart om bij de Kadernota 1992 meer inzicht te hebben over de feitelijk benodigde gelden en de invulling van het bedrag. D66 stelt voor een commissie in het leven te roepen, bestaande uit vertegen woordigers van de fracties en het college, om hierover nader van gedachten te wisselen. Kunt U ons toezeggen een dergelijke commissie op korte termijn gestalte te geven? Het tweede door ons genoemde aspect om de relatie burger-bestuur te verbeteren is het leveren van kwaliteitsprodukten. Een goede bewaking hier van is naar onze mening noodzakelijk. Het project outputsturing kan hierbij een belangrijke bijdrage leveren. Het produkt is in grote mate afhankelijk van de betrokkenen. Dat is in de eerste plaats de politiek: de wenselijkheid, haalbaarheid en de kwali-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 436