30 oktober 1990 448 Wethouder RATTINK Mag ik toch constateren dat de heer Garritsen wat de Lage Vucht-polder betreft echt achter aan het lopen is. De heer GARRITSEN Neen, dat zal best. Maar ik ben benieuwd wat er wel gaat komen, omdat Teteringen ook een structuurplan heeft. Maar mag ik even doorgaan? De interrupties gingen niet van mijn betoog af, maar ik wil U ook niet zo lang van de koffie afhouden, dus laat ik verder gaan. Ik kom nog wel bij de wethouder ruimtelijke orde ning terecht. Zeer veel nieuwbouwplannen in Breda hebben een ni veau, de C.D.A.-fractie heeft er ook al over gesproken, dat be droevend is. Toch kunnen ze in Breda worden gebouwd. Discussies zoals die al enige tijd geleden in de Beyerd zijn gevoerd over deze kwaliteitsachteruitgang van de stad, hebben geen resulta ten opgeleverd. De wethouder van ruimtelijke ordening heeft bij die gelegenheid aangegeven dat ze zo onder druk werd gezet door projectontwikkelaars die aan de slag willen. Er is dan vaak te weinig tijd om tot goede bouwplannen te komen die een aanwinst voor de stad zijn. Wij menen dat er meer oorzaken zijn die hier debet aan zijn. Om de kwaliteit van de bebouwde omgeving te be waken is het een noodzaak dat er stedebouwkundige randvoorwaar den worden gesteld. Stedebouwkundige vormgevingsstudies moeten hun vertaling vinden in bestemmingsplannen. Doordat veel initia tiefnemers niet uit de voeten kunnen met de soms tientallen ja ren verouderde bestemmingsplannen, moeten ze wel aandringen op het gebruik van de door Groen Links verafschuwde artikel 19-pro- cedures. Je geeft dan alle ruimte en vrijheid aan de initiatief nemer als je hiermee instemt. Het economisch rendement - veel bouwvolume, weinig kwaliteit - staat dan gauw centraal. Een wel standscommissie krijgt in zo'n situatie taken toebedeeld die door stedebouwers moeten worden uitgevoerd. Voorbeelden als het kantoor op de Vlaszak, de kadettenflat - waarvoor de bouwvergun ning, wat ik al eerder genoemd heb, al is afgegeven - en het ho telplan aan het Kasteelplein geven overduidelijk aan wat we be doelen als we het hebben over het ontbreken van kwaliteit bij nieuwbouwplannen. Gelukkig heeft de raad bij het hotel op het Kasteelplein ingegrepen en uit signalen van de CDA.-fractie begrijp ik dat men ook naar de toekomst toe hopelijk wat kriti scher gaat worden. Ook vanavond staan op de agenda nog vier voorbereidingsbesluiten. Ik ben bang hoe Uw fractie daarover oordeelt De heer VAN DE STEENOVEN Bij interruptie. Ik proef toch wel wat tegenstrijdigheid in wat de heer Garritsen bepleit vanavond. Aan de ene kant is hij be gonnen met te stellen: de gemeente zet zijn plannen alsmaar door zonder de inspraak zorgvuldig te regelen. Ik proef daaruit dat de heer Garritsen wil dat er zeer zorgvuldige inspraakproce dures worden georganiseerd om ruimtelijke ordeningsplannen bij voorbeeld voor te bereiden. En aan de andere kant zegt hij: hoor eens, alles gaat volgens artikel 19, dat wil ik allemaal niet meer, er moet zorgvuldig worden afgewogen. Ik denk: als je wilt dat er snel bestemmingsplannen komen, dan moet je ermee re-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 448