3 0 oktober 199 0
455
tussen de wijkgerichte aanpak en de preventie van de criminali
teit. Ik denk dat bij al deze ontwikkelingen het integrale be
leidsplan dat in het najaar zal verschijnen een heel belangrij
ke rol gaat spelen, omdat daar uiteindelijk concreet het beleid
van de gemeentelijke overheid op een rij wordt gezet. Voor mij
zijn eigenlijk straks in dat beleidsplan veel voorkomende crimi
naliteit vijf randvoorwaarden van essentieel belang. Die vijf
randvoorwaarden zijn in de eerste plaats de verslavingszorg, zo
als ook door D66 genoemd in haar bijdrage als een belangrijke
voorwaarde; in de tweede plaats het jeugd- en jongerenbeleid,
zoals ook genoemd door de fractie van D66; in de derde plaats
het werkgelegenheidsbeleid; in de vierde plaats de overdracht
en de handhaving van essentiële normen en in de vijfde plaats
de integrale zorg voor de woon- en de leefomgeving. Dat zijn de
vijf randvoorwaarden waaraan een plan voor de aanpak van veel
voorkomende criminaliteit zal moeten voldoen en het beleid zal
zich er met name dus ook op richten om te zorgen dat aan die
randvoorwaarden ook in de toekomst wordt voldaan. Het is overi
gens goed om ons in dat opzicht te realiseren dat we de afgelo
pen jaren natuurlijk ook met een aantal projecten zijn gestart.
Met name naar aanleiding van het beleidsdebat dat U een dik
jaar geleden heeft gehad over de begroting is er een aantal pro
jecten door de diverse wethouders opgepakt. Die projecten lopen
op dit moment en die beginnen ook al de eerste vruchten af te
werpen. Dus het is niet zo, dat we helemaal opnieuw beginnen,
het is wel zo dat we de trein wat gaan versnellen, dat we de
trein ook gaan voorzien van een aantal extra wagons en dat we
ook in dat opzicht in wat betere condities met die trein aan de
slag kunnen gaan. En die betere condities zijn de veranderingen
zoals die plaatsvinden bij de Bredase politie, wijkgerichte aan
pak, de relaties met het Openbaar Ministerie, die inmiddels
goed zijn, en straks het integrale beleidsplan. De heer Koek
koek heeft in dat opzicht een opmerking gemaakt over de integra
le aanpak zoals die in zijn ogen nodig is op het terrein van de
bestuurlijke preventie. Ik zou dat nog eens van harte willen on
derstrepen en ook in dat opzicht nog eens willen aangeven hoe
wij in de toekomst denken met dat plan voor de aanpak van veel
voorkomende criminaliteit om te gaan. Als dat plan is uitgeko
men en door de commissie is besproken nadat de driehoek ook
haar licht daarover heeft laten schijnen, dan is het de bedoe
ling dat U in principe iedere maand in de commissie algemene za
ken - we zoeken daarvoor naar een juiste vorm die leidt tot wei
nig bureaucratie - ook inzicht krijgt in de vorderingen van de
aanpak van die problemen die daar worden geschetst. Tegelijker
tijd zeg ik dan ook in het voetspoor van de heer Koekkoek dat
het de bedoeling is van het college om dat ook iedere keer te
rapporteren aan de functionele commissies, zodat ook in de func
tionele commissies de wethouders kunnen worden aangesproken op
hun aandeel in het geheel van de bestuurlijke preventie. De
heer Koekkoek heeft gezegd: het gaat om een integraal beleid
maar de individuele wethouders hebben daarbij ook hun eigen ver
antwoordelijkheid en om die eigen verantwoordelijkheid goed te
benadrukken, zal dus die rapportage via de commissie algemene
zaken en via de functionele commissies plaatsvinden waarbij ui-