3 0 oktober 1990 461 ontreiniging, R.E.W.I.N. (Regionaal Werkgelegenheidsinstituut Westelijk Noord-Brabant) en R.W.I. (Regionaal Werkgelegenheids instituut) en de handhaving op Moerdijk zijn drie concrete pro jecten waarop het stads- en streekgewest met elkaar samenwerken en die in dat opzicht dus ook de benadering van de samenwerking op de functionele lijn betekenen. De heer Taks heeft gevraagd of de vier grote steden met elkaar periodiek zouden kunnen over leggen. Dat overleg is gestart. Onder leiding van de commissa ris van de koningin overleggen de vijf grote steden, inclusief Helmond, nu periodiek met elkaar. Dus Uw wens is in dat opzicht in vervulling gegaan. De heer Koekkoek heeft tenslotte nog een opmerking gemaakt over een krachtige regio en een slagvaardig bestuur. Hij spreekt zich uit tegen de vierde bestuurslaag. Ik heb moeten vaststellen dat in de nota van het kabinet "besturen op niveau" de discussie over de vierde bestuurslaag eigenlijk op een andere manier wordt vertaald. Men praat daar over be stuurslagen met een open huishouding en met een gesloten huis houding. Wat wij bedoelen is denk ik in ieder geval geen laag die zich extra weer bezighoudt met de problemen. Ik vind de dis cussie over drie of vier bestuurslagen nooit zo interessant. Waar het om gaat is, uit hoeveel bestuurslagen andere overheden en de burgers te maken krijgen. En als de vierde bestuurslaag betekent dat men niet extra daarmee te maken krijgt, dan lijkt mij dat veel minder een probleem. Een probleem moet in ieder ge val op één bestuurslaag worden behandeld. En dat is denk ik es sentieel voor de doorzichtigheid ook van 's lands bestuur. Wat dat betreft verwijs ik U naar de discussienota van het kabinet. Tenslotte twee vragen van Groen Links. Wat betreft de steden band met Polen stel ik voor dat we daarop in de commissie terug komen; in de laatste commissie is het aan de orde geweest. Ik zal dat verhaal niet meer gaan herhalen. Onze zoektocht door Po len heb ik toen al uitvoerig uiteen gezet. Ten aanzien van het gebed is het standpunt van de heer Garritsen ook bekend. Ik heb destijds in het fractievoorzittersoverleg meegedeeld dat er van de zijde van het college geen initiatieven zijn te verwachten om het gebed af te schaffen. Dat betekent ten aanzien van Uw motie, waarin U aan het college vraagt om met voorstellen te ko men, dat het college daaraan geen behoefte heeft. Wethouder SANDBERG Bij de beschouwingen rond economische zaken en werkgelegenheid is, evenals vorig jaar sterk het accent gelegd op de werkloos heidsbestrijding. U heeft zelf al 1991 een cruciaal jaar ge noemd voor wat betreft het activerend arbeidsmarktbeleid. Ik wil daarover niet al te veel zeggen omdat we toch uitvoerig daarop terugkomen in de commissie. Ik denk wel dat 1991 zal wor den gekenmerkt door een gezamenlijke inspanning op R.B.A. (Regi onaal Bestuur Arbeidsvoorziening)-niveau tussen de sociale part ners en de overheden om te proberen jongeren en de langdurig werkloze, die te lang aan de kant staat, uit hun isolement te krijgen en weer aan een functie te helpen. Ik denk dat we daar over met het R.B.A. het komend jaar nog heel veel zullen moeten praten met elkaar om daar vorm en inhoud aan te geven. Het lijkt een gigantische klus. De intentie vanuit dit college, van-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 461