3 0 oktober 1990
462
uit dit gemeentebestuur, is in ieder geval om daaraan volle me
dewerking te geven. Binnen de doelgroep die ik zonet noemde on
derscheiden we over het algemeen twee aparte doelgroepen. Aan
de ene kant de herintredende vrouwen (ook door diverse fracties
genoemd)Ze zijn moeilijk kwantificeerbaar. Ze zijn lang niet
allemaal geregistreerd, althans niet bij het arbeidsbureau. Som
migen zoeken zelf de arbeidsmarkt af. Aan de andere kant de et
nische minderheden. Zij zijn wel duidelijker in beeld te bren
gen en als je dat beeld dan voor ogen tovert dan zie tegelijker
tijd hoe schrijnend dat probleem is. Want je ziet dat 40% werk
loos is, terwijl dat onder de autochtone bevolking 9% is, kort
om dat daar de problematiek vaak vier tot vijf keer zo hoog is.
Binnen het R.B.A. is vorige week al afgesproken dat we in het
beleidsplan dat binnenkort moet gaan verschijnen in ieder geval
300 plaatsen voor etnische minderheden zullen opnemen. Dat gaat
een soort taakstelling worden. Dit is een overeenkomst die we
met elkaar hebben gesloten als partners. Die 300 bemiddelingen
vinden uiteraard plaats via alle instrumenten die ons daarbij
ten dienste staan. Het is overigens goed erop te wijzen dat de
banenpools en het J.W.G. Jeugdwerkgarantiewet) geen typische
maatregelen zijn, toegespitst op etnische minderheden. Wel is
het natuurlijk zo - als je de cijfers beziet - dat dan etnische
minderheden een groot gedeelte, zeg maar zelfs een substantieel
deel, uit zullen moeten maken van de mensen die gebruik maken
van dat instrumentarium. In de notitie die ik inmiddels al aan
de commissie economische zaken heb aangeboden en waarover wij
op 7 november ook met elkaar gaan discussiëren, zit ook de taak
stelling: 195 voor het jeugdwerkgarantieplan en via de banen
poolplaatsen 108. Het is een behoorlijke klus om dat te klaren
omdat het overleg vergt met heel veel instanties over heel veel
zaken: kwaliteit uiteraard van de plaatsen die daarvoor beschik
baar moeten komen, die moeten weer worden getoetst op additiona-
liteit; we worden geconfronteerd met afbakeningsproblemen; hoe
ga je om met de K.R.A. (Kaderregeling Arbeidsinspanning)-rege
ling, met de W.S.W. (Wet Sociale Werkvoorziening), de relaties
die er zijn; uitzicht op een baan of misschien alleen maar werk
ervaring opdoen op een baan die perspectief biedt op de arbeids
markt; afspraken met het R.B.A. en afspraken met uiteraard ook
het arbeidsbureau; voorts ook de ervaringen die moeten worden
ingebracht die we de afgelopen jaren hebben opgedaan met de
h.o.g. (heroriënteringsgesprekken)-aanpak en niet in het laatst
de trajectbemiddeling die steeds sterker naar voren komt omdat
generieke maatregelen voor deze doelgroep in het verleden heb
ben bewezen dat deze onvoldoende werken en onvoldoende respons
bieden. Zowel het C.D.A., de heer Van Fessem, als de heer Taks
wijzen in hun beschouwingen op de samenhang tussen het arbeids
marktbeleid en de sociale zekerheid in casu het sanctiebeleid.
Collega Van Raak zal daarop in zijn algemeenheid iets zeggen.
Ik zal er alleen iets over zeggen in het kader van de banenpool
en het J.W.G. In de notitie die is aangereikt staat daarover
ook al het een en ander. In die paragraaf is in ieder geval na
drukkelijk aangegeven dat deelname aan de banenpools en het
jeugdwerkgarantieplan uiteraard niet vrijblijvend is. Met het
aanbieden van die beide instrumenten wordt een extra inspanning