30 oktober 1990 464 alsnog ga ik er wel van uit dat in goed overleg met de werkge vers in deze regio, ook in het kader van het R.B.A. waar we ten slotte samen met de werkgevers- en werknemersdelegaties aan ta fel zitten, op dit vlak een beter resultaat kan worden bereikt dan door een strikt eenzijdig opleggen van een plaatsingsbeleid van migranten, zo dat al juridisch mogelijk zou zijn. In het verlengde daarvan zal in ieder geval de gemeente het tot haar taak rekenen om specifieke voorlichting te geven aan de werkge vers. We zullen ook proberen met voorbeeldprojecten te komen, waar plaatsing van minderheden veel perspectief biedt. En daar naast, ik zei het al in het kader van de afspraken die we in het programakkoord hebben gemaakt, zal een nadere studie worden verricht naar positieve actiebedingen. Met betrekking tot de mo gelijke werkplekken die moeten worden gevonden in het kader van het J.W.G. en de banenpool, sluit ik bepaald niet uit dat het, als je aan het zoeken bent naar maatschappelijk zinvolle ar beid, ook in het kader van ouderenbeleid een bijzondere zinvol le aanvulling zou kunnen zijn. De heer Van Fessem merkt op dat de talloze gemeentelijke plannen verstrekkende economische ge volgen kunnen hebben. Hij verwijst daarbij naar bijvoorbeeld de afsluiting van het Van Coothplein. Ik heb ook in de commissie gezegd dat dat soort zaken dat zo heel nadrukkelijk te maken heeft met het functioneren van het kernwinkelapparaat eveneens in die commissie ter bespreking zou moeten komen. Ik denk ook dat überhaupt het gehele gebeuren rond de bereikbaarheid van het kernwinkelapparaat een belangrijk economische gebeuren is. Er wordt verschillend over gedacht. Laten we zeggen dat de frac ties daarbij minstens verschillende accenten leggen. De heer Koekkoek zegt dan: langzaam verkeer en fietsverkeerde heer Taks heeft het dan heel nadrukkelijk over parkeergelegenheid ten behoeve van de bezoekers van onze binnenstad. Die hele afwe ging moet uiteraard in de allereerste plaats in het college plaatsvinden en daarna zal het via het structuurplan voor de binnenstad uiteraard aan de raad worden aangeboden. Ik denk dat de commissie economische zaken vanuit haar eigen verantwoorde lijkheid daarover best het nodige kan meepraten. Dat moet in ie der geval, die mogelijkheid moet aanwezig zijn. De heer De Leeuw heeft aangegeven vooralsnog nog geen hoge prioriteit te geven aan de 50.000,verhoging van de V.V.V.-subsidie. Hij pleit ervoor dat bedrag eerst ter beschikking te stellen als er een plan op tafel ligt. Ik heb al contact gehad met het bestuur van het V.V.V. dat die wens er zonder meer zal aankomen en ik denk dat het volstrekt duidelijk is dat het V.V.V. daaraan graag voldoet. Zij heeft mij al toegezegd daarover een notitie op korte termijn aan de commissie economische zaken te willen voorleggen. Mij is al duidelijk geworden dat het in niet onbe langrijke mate zal gaan over de promotie van Breda voor wat be treft de toeristische verblijfsrecreatie, het verblijfstoeris- me, ook het weekendtoerisme, en ik wil in ieder geval toch dui delijk onderkennen dat dat ook een sterk genererend vermogen kan hebben in de richting van sponsors en andere activiteiten. Kortom een belangrijke toegevoegde waarde. Dan tenslotte: perso neelszaken. Nagenoeg alle fracties hebben iets gezegd over de groei van de ambtelijke organisatie. Het meeste expliciet daar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 464