30 oktober 1990
468
voorgenomen uitbreiding van het kabinet van de burgemeester in
te zetten. De V.V.D.-fractie heeft een paar technische vragen
gesteld, met name het verhogen van de omslagrente naar 8%, te
gen de achtergrond van de ontwikkelingen op de geldende kapi
taalmarkt. Ik heb gezegd: zoals wij elk jaar bij de kadernota
doen, zal ook in de Kadernota 1992 de actuele ontwikkeling bepa
lend zijn voor de voorstellen voor 1992. Terecht vraagt de heer
Taks naar vergelijkbare steden. Ik kan U vertellen dat evenals
in Breda, in Maastricht, Eindhoven, Nijmegen en Haarlem voor
1991 een percentage van 8 wordt gehanteerd. De gemeenten Til
burg en Arnhem hanteren een percentage van 8,2 respectievelijk
8,3, en Dordrecht een percentage van 7,8. Op basis van onze be
rekeningen denken wij dat 8,05 nodig was, en dat hebben wij op
8 afgerond. Wij hebben in het programakkoord afgesproken dat
wij een zorgvuldig beleid moeten voeren en dat we met een slui
tende begroting moeten werken. Maar ik ben met U van mening dat
de economische ontwikkelingen op dit ogenblik, met name op dit
punt, zorgvuldigheid vereisen en dat zullen wij ook doen. Overi
gens ben ik voornemens bij de Kadernota 1992 uiteraard weer op
de ontwikkelingen van het gemeentefonds in te gaan: dit tegen
de achtergrond van de opmerking die de heer Taks namens zijn
fractie heeft gemaakt. Diverse fracties hebben gesproken over
reserves. Jaarlijks vindt, conform afspraak, bij de kadernota
een opschoning plaats en dat betekent dus ook dat wij inzicht
zullen verschaffen over de inzetbaarheid. In de richting van de
heer Koekkoek kan ik zeggen dat het college ervoor zal waken
dat ten onrechte stille reserves gaan ontstaan en daarmee be
doelt de heer Koekkoek natuurlijk niet stille reserves in de
vorm van afgeschreven gebouwen, maar hij bedoelt eigenlijk reke
ningsoverschotten die dan in potjes verdwijnen en niet meer
zichtbaar zijn. Alle duidelijkheid wordt gegeven en die opscho
ningsoperaties hebben we de afgelopen tijd ook laten zien. Wat
betreft het milieu, het volgende. Nagenoeg iedereen heeft ge
sproken over het milieubeleidsplan. Ik ben nog steeds van plan
in november de tussenstand van het G.M.P. met de commissie te
bespreken. Op dit ogenblik vinden de consultaties plaats - de
commissieleden weten waarover ik het dan heb - met diverse doel
groepen, waaronder nadrukkelijk de diverse gemeentelijke dien
sten. Hiermee heb ik denk ik de vraag van het C.D.A. en de
P.v.d.A. dienaangaande adequaat beantwoord. Nadrukkelijk zal
daarbij - de heer Koekkoek bracht naar voren milieuvriendelijke
bouwwijzen en materiaalkeuze - het thema milieu en bouwen aan
de orde komen. Dus alle diensten worden bij die consultatie be
trokken. Ik moet wel opmerken dat de consultatie van met name
externe doelgroepen, en het gaat toch om een draagvlak, wat min
der snel verloopt dan wij hadden gedacht. Dat neemt niet weg
dat ik blijf streven naar een afronding eind december 1990, zo
dat de raad begin 1991 tot definitieve prioriteitskeuzes kan ko
men, alsmede de fasering daarvan. Onafhankelijk, maar wel in sa
menhang met het G.M.P. want wij gaan niet alles aan het G.M.P.
ophangen, wordt in de raad van november het plan aanpak energie-
management voor de jaren negentig gepresenteerd. Hierbij zal de
door de heer Koekkoek gevraagde betrokkenheid van de energie-
kaart als instrument nadrukkelijk ingepast (niet: worden,