3 0 oktober 1990 470 Neen, maar ik wil dus zeggen: het is wat zuur als de heer Gar- ritsen dan zegt dat het college niet tot verdere maatregelen be reid is. Ik trek dat op mijn persoonlijk fatsoen. Ik vind het een goedkope argumentatie van de heer Garritsen. Maar ik zei U straks al, hij was vandaag niet zo erg in vorm. Dat wil niet zeggen dat wij op onze lauweren moeten rusten, integendeel. Ik denk dat het gemeentelijk milieubeleidsplan straks ook een uit daging aan U is om daaraan een verdere invulling te geven, waar bij wij niet schromen ook minder sympathieke maatregelen aan U voor te stellen. Denkt U maar aan de uitspraak van de Raad van State inzake de kwestie Posthumus en denkt U maar aan de reac ties die op het landschapsbeleidplan zijn gekomen vanuit de agrarische wereld. In de richting van D66 wil ik zeggen dat het college reeds twee maanden geleden heeft besloten voor de gehe le gemeente een voorbeeldproject inzake milieuzorg op te star ten. We beperken het niet tot het stadskantoor, mijnheer De Leeuw. Dus wij hebben Uw vraag al beantwoord voor U hem had ge steld. Naar aanleiding van de vraag van de heer Van Fessem en van Groen Links met betrekking tot het vliegverkeerslawaai kan ik U mededelen dat, ten vervolge van de aankondiging die ik in de commissie heb gedaan, het college vandaag definitief heeft besloten een bezwaarschrift in te dienen, dat vandaag is ver zonden naar de bevoegde instanties. In de eerstvolgende commis sievergadering wordt het bezwaarschrift op de agenda gezet, maar dat wist U eigenlijk al en die afspraak hadden wij ge maakt. Bij de ontwikkeling van locaties voor bedrijven en kan toren zal het uitgangspunt: behoud en zo mogelijk herstel van het milieu, zoals door D66 gevraagd, nadrukkelijk worden meege nomen. Wij gaan niet zo ver dat wij de opvatting van Groen Links in dezen onderschrijven en geen kantoren meer bouwen, maar wel stellen wij daar de nodige voorwaarden. Ik denk dat ik hiermee alle vragen in mijn portefeuille heb beantwoord en ik hoop ook te hebben aangegeven dat vanuit mijn optiek nadrukke lijk in dwarsverbanden wordt gedacht. Wat mij betreft, mijnheer Van Fessem, sta ik open voor zaken die niet direct mijn porte feuille raken en ik denk dat ik dat eigenlijk kan zeggen van al le collegeleden. Ik mag niet voor anderen praten. De VOORZITTER Doet U dat maar even! Wethouder RöMKENS In ieder geval kan ik U op dat punt geruststellen. Ik kom tot de ontdekking dat ik het inderdaad heb gehaald, ik heb één mi nuut over en die geef ik graag aan mevrouw Rattink want die schijnt veel meer tijd nodig te hebben om haar beleid te kunnen verdedigen. De VOORZITTER De collegeleden worden onderling handtastelijk! Wethouder RöMKENS Dat is vaak tussen ons twee!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 470