3 0 oktober 1990 475 te zijn gesteld het pand te betrekken. Ik moet zeggen dat dit mij een beetje verrast na zo'n lange tijd. Ik moet dit nog op zijn merites beoordelen. Het is een recentelijke melding. Er wordt ondertussen, dat moet ik U ook meedelen, nog steeds ge zocht naar een definitieve huisvesting en ik meen dat er afspra ken zijn gemaakt om deze week weer een nieuw pand te gaan bekij ken. Ik dacht dat ik zo alle opmerkingen De heer GARRITSEN Mag ik er een kort vraagje aan toevoegen? Wanneer kunnen ze in de definitieve huisvesting? Maar ik begrijp, die vraag kunt U nog steeds na jaren niet beantwoorden. Wethouder VAN RAAK Neen, want er is nog geen pand voor beschikbaar, mijnheer Gar- ritsen. Dat heeft U terecht geconstateerd. Dat was het, mijn heer de voorzitter. De VOORZITTER De heer Van Raak, die zo royaal zijn overgebleven spreektijd aan mevrouw Rattink wilde aanbieden, maak ik erop attent dat hij precies de spreektijd heeft volgemaakt. Dus mevrouw Rattink gaat gewoon haar verhaal houden. Wethouder RATTINK Ik wilde net zeggen: moet ik al jullie overschrijdingen goed ma ken? Maar ik wil eerst even iets recht zetten. Het leek net ach ter deze tafel alsof de bestuurlijke vernieuwing al had toe geslagen. Af en toe was het: ik, zijn, haar, mijn beleid. Maar ik denk dat iedereen in deze zaal, die het college van Breda kent en de verhoudingen, weet dat ik natuurlijk het collegebe- leid vanavond hier verdedig. Wethouder RöMKENS Zo hoor je nog eens wat! Wethouder RATTINK Voor betreft de opmerkingen die de diverse partijen hebben ge maakt ben ik verheugd - en nu zeg ik het ook zelf - dat er bre de steun wordt gegeven aan het stadsvernieuwingsbeleid van het college. De brede integrale aanpak slaat duidelijk aan. De hoofdmoot van het beleid ten aanzien van Tuinzigt, Heuvel en binnenstad, is duidelijk herkenbaar. Maar naast die stadsver nieuwingsbuurten speelt ook het experiment buurtbeheer nog mee. De P.v.d.A. vroeg naar de evaluatie, maar het zal duidelijk zijn dat, aangezien wij nu in feite pas aan het begin staan van de buurtbeheerexperimenten, die evaluatie er nog niet het ko mend jaar zal zijn, maar pas in 1992. Het zal dan ook bij die evaluatie duidelijk moeten zijn welke richting het beheer in Breda opgaat. Want ook in de verschillende buurten, de oude stadsvernieuwingsbuurten, Geeren-Noord en Gerardus Majella, vraagt iedereen in feite: welke kant gaat het nu op? In het meerjarenplan stadsvernieuwing, de V.V.D. maakte daarover een opmerking, is breedvoerig aangegeven hoe de relaties liggen tus-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 475