3 0 oktober 1990 477 daan, ook inderdaad het volgend jaar tot resultaten leiden. Dus met die marges zullen wij dan ook in de toekomst rekening moe ten houden. Dan nog even een andere opmerking van het C.D.A. met betrekking tot het meerjarenplan stadsvernieuwing. Men had het over 12,5 miljoen gulden en het leek even alsof daarin een overloop-problematiek zou zitten. Maar dat is natuurlijk niet zo. Het zijn voor een groot deel ook middelen die zijn gereser veerd. Denk alleen maar aan grondexploitaties: die lopen langer en dat geld moet je reserveren omdat de eindafrekening pas na een aantal jaren komt. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor toezeg gingen gedaan in het kader van de particuliere woningverbete ring. Wij proberen wel op dit moment iedereen sneller te manen om declaraties in te dienen zodat ook sneller duidelijk is of die gereserveerde bedragen nog nodig zijn. U heeft in het meer jarenplan stadsvernieuwing een overzicht kunnen vinden van alle bedragen die wel gereserveerd zijn maar nog niet afgerekend zijn en wat dat betreft denk ik dat het ook zinnig is om op een bepaald moment eens te kijken of er zaken bij zijn die dan mis schien voor herbezinning in aanmerking komen. Met de bewoners van de buurten die in het kader van de stadsvernieuwing en het buurtbeheer vallen is zeer veelvuldig overleg. Ik zeg dat maar even omdat ook bij de diverse beschouwingen doorklonk dat aan inspraak en participatie nog weieens iets schort. Ik kom daarop zo meteen bij de ruimtelijke ordeningsprocedures wel terug, maar ik denk dat het toch ook goed is om te stellen dat er in deze buurten veelvuldig en intensief overleg is en dat klinkt in feite dan ook weer niet door. Daarom zeg ik dat dan zelf maar. Wat betreft de misverstanden die er in het kader van de ruimtelijke ordening weieens zijn, denk ik dat het goed is om toch nog eens even te kijken waarover wij het bij die ruimtelij ke ordeningsprocedures nu in feite hebben. Wij zijn begonnen met een heel nieuw traject. Het traject van visies, ontwikke- lingsschetsen, bestemmingsplannen. Wij hebben geleerd van het allereerste voorbeeld, de ontwikkelingsschets Zuid-Oost, Lovens- dijk, noem ik het dan maar even, die niet de inspraak in was ge gaan. Wij zeiden: wel ter informatie, maar bij het bestemmings plan komt de inspraak wel. Dat bleek gigantisch veel problemen op te leveren. Daarvan hebben wij goed geleerd. Nu brengen wij in de Hoge Vucht de ontwikkelingsschets in de inspraak. Maar wat blijkt dan? Dat daar heel veel problemen naar voren komen die in feite niet allemaal op het niveau van de ontwikkelings schets thuishoren, maar ook heel vaak op het beheerniveau spe len. Het punt is, en dat hebben wij nu heel duidelijk als sig naal ook opgevangen, dat het betekent dat je wat meer tijd moet nemen voor het inspraakproces, en dat je tevens in de gaten moet houden dat voor die buurten waar beheerproblemen spelen, op korte termijn een aantal oplossingen moet worden aangedra gen, wil je het inspraakproces van de ruimtelijke ordening niet frustreren. Maar daarbij wijs ik U erop dat - en dan kom ik zo meteen op het hele proces terug - wij op dit moment nagenoeg de hele stad op de schop hebben. Denkt U maar aan de stadsvernieu wingsbuurten, de buurtbeheerexperimenten, de wijken waarvoor wij ontwikkelingsschetsen aan het maken zijn, het bestemmings plan buitengebied dat er inmiddels is, en visies die worden ont-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 477