30 oktober 1990 483 is nog genoemd. De burgemeester is daar al even op ingegaan. Wij hebben bij de binnenstadsplannen ook duidelijk aangegeven dat er een verdergaand beleid ten aanzien van het parkeren en vooral het fout parkeren zal worden gevoerd. De eerste gesprek ken met de politie daarover hebben enige tijd geleden al plaats gehad. Er zal inderdaad een herziening van de afspraken plaats vinden, zodat het niet meer zo kan zijn, dat men in de ene straat wel controleert en in de andere niet. Wat dat betreft zal zeker ook de kwaliteit van de openbare ruimte eraan winnen als wij die parkeerexcessen ter hand kunnen nemen. Dan een laat ste punt. Dit is met name ook door de C.D.A.-fractie nog naar voren gebracht. De kwaliteit van het gebouw, laat ik dat zo maar even noemen. Ik denk dat wij ook die zorgen delen, vandaar ook dat in het programakkoord is opgenomen dat wij met een nota komen over het architectuurbeleid. Wij willen in het voorjaar richting commissie komen met een procesmatige aanpak om te la ten zien hoe wij willen dat die nota tot stand komt en waarover wij het dan in feite hebben. Dat zal dan ook aan de commissie worden voorgelegd. Vanzelfsprekend zijn bij die beleidsontwikke ling welstand en stedenbouw betrokken en in mindere mate bouw en woningtoezicht, maar dat even nog ter informatie. Voor wat betreft het ad hoe beleid, het volgende. Zolang wij zonder dui delijke randvoorwaarden zitten en zonder een duidelijke legiti matie - laat ik het zo maar noemen - is het natuurlijk moeilijk om te sturen. Ik heb al eens eerder gezegd: dan kun je geen acht eisen, dan kom je inderdaad aan zes minnen, omdat de rand voorwaarden daarvoor ontbreken. De heer Römkens zei net dat het college het met Groen Links eens was en in dit verband zijn wij dat ook. Zonder randvoorwaarden kun je inderdaad die kwaliteit niet krijgen. Nog wel even een kanttekening, die architectoni sche kwaliteit regel je niet in bestemmingsplannen. Dat nog even richting Groen Links. De heer GARRITSEN Neen, maar het is wel een randvoorwaarde daarbij. Absoluut nood zakelijk. Wethouder RATTINK Ik denk dat wij daarover van mening verschillen maar misschien kunnen wij daarop in de commissie dan een keer terug komen. Voor wat betreft de relatie naar het monumentenbeleid, een vraag van de C.D.A.-fractie, dacht ik dat wij duidelijk in de nota voor de binnenstad hebben aangegeven dat wij een eigen be leid zullen moeten formuleren voor het gebied tussen de singels om duidelijk het beeldbepalende element en eventueel nieuwe in vullingen te waarborgen. Ik moet trouwens zeggen dat Groen Links een op zich tegenstrijdige opmerking maakte over het Kas teelplein, want daar ging het in feite om de bouwmassa en niet om de gevels, want de gevels zijn in feite oud. Voor wat be treft het aanschrijvingsbeleid en dat hebben wij ook in de nota binnenstad aangegeven, willen wij een actiever beleid nastre ven, maar dan wel binnen de juridische gegevenheden, want an ders kan het niet. Een laatste opmerking wil ik maken over de stadsregio. De burgemeester heeft net al iets gezegd over de be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 483