30 oktober 1990 485 het antwoord gaan geven, het zo kort mogelijk kunnen doen. Mis schien kunnen wij in twintig minuten klaar zijn. De VOORZITTER Ja, de heer De Bruijn heeft vanmiddag al toegezegd dat hij zeer kort zal zijn en de heer Adank ook. Dus dat kan ongetwijfeld. De heer VAN FESSEM Twee Benjamins. De VOORZITTER Het woord is thans aan de heer Adank. Wethouder ADANK Voor kunst en cultuur kan ik wat allegorisch zijn. Het is vijf voor twaalf en dit geldt voor het beleidsterrein van kunst en cultuur. Daar kan ik het mee afdoen: met die ene zin. Dat zou geen recht doen aan datgene wat door de verschillende fracties is opgemerkt. Bovendien is de dagsluiting na mij om vijf over twaalf. Dus wij zijn in de goede richting. De heer Van Fessem, de heer Koekkoek, de heer Taks en de heer De Leeuw hebben de so ciale vernieuwing genoemd, al of niet integraal in hun eerste termijn, en dat aan de orde gesteld. Ik denk dat ik dat niet uitgebreid hier hoef te doen, omdat in de eerste plaats de com missie daarover uitgebreid is geïnformeerd, in de tweede plaats er expliciet geen vragen over zijn gesteld, in de derde plaats de commissie O.C.S. daarover uitgebreid zal worden geïnformeerd en het ook zo is, dat op 7 november aanstaande door minister Dales en vertegenwoordigingen van de steden van Breda, Lelystad en Amersfoort een handtekening zal worden gezet onder het conve nant sociale vernieuwing, onder voorbehoud van goedkeuring door de raad. Ik heb overigens de goedkeuring daarvoor in de commis sie gekregen. Volgens de informatie, en dat is wel van belang voor de commissie - ik zou dat ook vandaag melden - van die in terdepartementale projectgroep sociale vernieuwing, zal de brief van de gemeente Breda, waarin een aantal aandachtspunten is aangegeven, waarover nog gediscussieerd moet worden binnen deze gemeente en ook binnen de commissie, als memorandum aan het convenant worden toegevoegd. Dat hebben wij afgesproken met de vertegenwoordigers van de interdepartementale projectgroep. Ik moet U ook zeggen dat het beleid van de sociale vernieuwing zeker ook bestuurlijk wordt ondersteund. Zoals U weet is er een stuurgroep waarin bijna het hele college zit. Dat betekent dat dat beleid integraal beleid is. Vandaar dat ik het toch jammer vind en toch even kort wil reageren op de door de V.V.D. geuite scepsis over het sociale vernieuwingsbeleid middels de termino logie van de fopspeen. De heer TAKS Het is geen verwijt aan U, mijnheer Adank. Meer de landelijke overheid. U kunt al het onheil toch niet ongedaan maken. Wethouder ADANK

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 485