3 0 oktober 199 0 486 Dat begrijp ik. Ik ben ook niet van plan om dat allemaal op mijn schouders te nemen. Daarom wordt het zo breed bestuurlijk gedragen. Mijn antwoord aan U sluit op Uw laatste opmerking aan. Dat het binnen de magere door het Rijk geschapen voorwaar den juist aan de gemeenten is, hebben wij ook geconstateerd in onze eerste opmerkingen vanaf maart, toen wij daarover voor het eerst spraken. Het sociale vernieuwingsbeleid zal uiteindelijk in de steden moeten plaatsvinden. Om dat tot een succes te ma ken, voor zover dat al niet geëxpliciteerd in allerlei projec ten aan de orde is, kan het Rijk daar niet meer omheen en dat signaal zullen wij voortdurend af moeten geven. Maar een op voorhand wat pessimistische benadering van juist die sociale vernieuwing bergt het gevaar in zich van een "self fullfilling prophecy" en de Kamer was daarvan een aantal maanden geleden nog eens nadrukkelijk een illustratief voorbeeld. Ik hoop U, mijnheer Taks, straks met de resultaten alsnog te kunnen over tuigen. Intussen zijn wij alvast maar begonnen aan de verdere ontwikkeling van het sociale vernieuwingsbeleid en ik houd U daarvan graag op de hoogte. Een aantal opmerkingen, voor zover het concrete projecten betreft is door de andere wethouders ge maakt. Ik denk niet dat het op dit tijdstip van belang is om al die zaken die al zijn opgestart, ik denk aan de banenpools, aan het overleg met het O.V.G. (Onderwijs Voorrangsgebied) en aan het horizontale convenant met het bijzonder onderwijs, hier uit gebreid uit de doeken te doen. Als dat tot concrete resultaten leidt en dat zal binnen niet al te lange tijd gebeuren, dan mel den wij dat in de commissie en daar zal dan ook de discussie plaats dienen te vinden. Het geldt met name als het gaat om het beleidsterrein van onderwijs en educatie, want juist daar, ik heb het ook gemeld in de commissie, gaat 60% van het sociale vernieuwingsbeleid plaatsvinden, voor zover dat al niet ge beurt. Dat betekent dat er ter zake voortdurend afgestemd zal moeten worden, vanuit onze verantwoordelijkheid als bevoegd ge zag van het openbaar onderwijs, met de besturen van het bijzon der onderwijs. Die bereidheid is in ieder geval getoond, dat is ons uit het overleg met de besturen van het bijzonder onderwijs gebleken. Door ons college is er overigens voor gekozen om juist gebruik te maken van het bestaande onderwijsnetwerk en dat als uitgangspunt te nemen voor het sluiten van dat horizon tale convenant. Het profileren van Breda als onderwijsstad is een item dat meerdere malen is genoemd, ook al is de paragraaf in het programakkoord niet al te groot. Maar kwaliteit uit zich niet altijd in kwantiteit. Ik heb dat al meer gezegd, ook in de commissie. Breda als onderwijsstad heeft duidelijk toekomstmoge lijkheden. Dat is de laatste twee jaar gebleken door de vesti ging van de nationale hogeschool voor toerisme en verkeer. En het is gebleken door de nieuwbouw van de hogeschool West-Bra bant. Dat betekent dat op dit moment een inventarisatie plaats vindt van wensen en ideeën van beide hogescholen. Ook de K.M.A. is erbij betrokken en ook de open universiteit. Het handelt hier om zaken, ik heb het al gemeld, als: studentenhuisvesting, mensa, gezondheid, sport, cultuur en onderwijskundige ontwikke lingen. Voor alle duidelijkheid zij hier nogmaals vermeld dat in het recente verleden al een gestructureerd overleg met het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 486