3 0 oktober 199 0
490
zin pogen we ook om in ieder geval in de sfeer van de Kadernota
1992, begin 1991, duidelijkheid te verschaffen over de finan
ciële conseguenties van een en ander. Over de integratienota
moet ik toch duidelijk zijn. Er mogen geen overspannen verwach
tingen worden gewekt. Ik heb gezegd dat de acht a negen beleids
nota's die zijn verschenen in elkaar worden gevoegd en de hoofd
lijnen van het beleid worden ingeweven in een integratienota
van ongeveer 15 a 20 bladzijden. Daarin staat dan in hoofdlij
nen het beleid, zoals dat uit de verschillende beleidsnota's
kan worden gedistilleerd, zodat er een overzichtelijk geheel
onstaat. Naar aanleiding van de vragen van de heer Taks over
het nationaal instituut voor de vormgeving, het volgende. Breda
is als locatie gemeld bij de minister en ook bij het departe
ment nog eens apart. Drie weken geleden is de officiële beleids
nota van het ministerie ten aanzien van het instituut voor de
vormgeving verschenen. Er is alle aanleiding om naast Amsterdam
en Rotterdam, U heeft er uitgebreid in de pers kennis van kun
nen nemen, ook Breda nogmaals op de tafel van het departement
te leggen en ons nadrukkelijk in beeld te spelen als het gaat
om de mogelijke locatie voor het instituut voor de vormgeving.
D66 ziet perspectief in een samenhangend cultuurbeleid. Ik waar
deer dat. Uw zeer behartenswaardige woorden sporen in ieder ge
val ons college aan om met voortvarendheid die ingeslagen weg
af te lopen. Tot slot in de richting van de heer Garritsen, als
U onverhoopt en dat waren zijn slotwoorden in aansluiting op de
woorden van de heer Koekkoek, met de bus naar Tilburg moet,
hoop ik dat ik wel een afspraak kan maken met de chauffeur, dat
hij enkeltjes en retourtjes verkoopt en dan zullen wij op dit
moment afspreken, dat ik dan het retourtje zal nemen.
Wethouder DE BRUIJN
Ik ben nog niet in slaap gesukkeld. Het is jammer dat, nu D66
voor de eerste keer in de algemene beschouwingen kan antwoorden
richting raad, er zo'n beetje drieëneenhalve minuut over zijn
voor een D66-wethouderDe lengte van het verhaal zal in ieder
geval niet recht evenredig zijn met het belang van de beleids
terreinen die in mijn portefeuille zitten, althans voor zover
wij dat kunnen bekijken. Allereerst wil ik ingaan op de opmer
kingen die zijn gemaakt door de diverse sprekers over de proble
matiek burger en bestuur. Met name D66 en Groen Links zijn daar
op ingegaan. U heeft al kunnen constateren bij de beantwoording
van wethouder Rattink, dat de problematiek van inspraak: hoe
kunnen wij de burger bij het bestuur betrekken, nadrukkelijk
door het college wordt onderkend. Door de decentralisatie die
wij enkele jaren geleden bij de afdeling voorlichting hebben
doorgevoerd is het een eerste verantwoordelijkheid uiteraard
van de diensten waarnaar het is gedecentraliseerd, maar ook de
afdeling voorlichting houdt zich terdege bezig met de ontwikke
lingen in de inspraak en wat er aan zal moeten gaan gebeuren.
Binnen de afdeling voorlichting zijn wij op dit moment met de
portefeuillehouder, oftewel mijn persoontje, verder aan het kij
ken welke mogelijkheden en onmogelijkheden er zijn en welke
maatregelen wij kunnen nemen om de burger in de toekomst verder
bij het bestuur te betrekken. In ieder geval is de filosofie zo-