3 0 oktober 1990 493 bekend. Het heeft natuurlijk ook te maken met de financiële con sequenties voor de corporaties en: waar gaan zij wat doen? Ik denk dat dat nog een hele uitzoekerij is. Op het moment dat daarover wat meer duidelijkheid komt, kom ik uiteraard terug naar de commissie volkshuisvesting. Gelet op de procedure die de voorzitter heeft afgesproken in het kader van de activitei ten ter bestrijding van de of veel voorkomende criminaliteit, zal de stand van zaken hierin ook maandelijks bij ons terugko men. De institutionele beleggers... De heer GARRITSEN Hebt U nog enige hoop dat er iets uitkomt uit die één-derde-re- geling? Wethouder DE BRUIJN Mijnheer Garritsen, als wij geen hoop meer zouden hebben, dan zouden wij niet meer in de politiek zitten. Dus hoop heb ik al tijd, maar of dat allemaal uitkomt durf ik niet te zeggen. Wat betreft de kwalitatieve woningregistratie, het volgende. In de commissie hebben wij het al even hierover gehad. Daar heb ik duidelijk aangegeven dat er in het programakkoord een zinssnede staat over een beperkte kwalitatieve woningregistratie. Ik heb in de commissie aangegeven dat wij op dit moment aan het bezien zijn welke informatie wij exact nodig hebben om het volkshuis vestingsbeleid na 1 januari 1992 goed gestalte te kunnen geven. De nota Heerma geeft namelijk verschuivingsmogelijkheden aan tussen de verschillende contingenten woningcategorieën. Wij heb ben gegevens nodig om die verschuivingen te kunnen waarmaken, om daar beleid onder te kunnen leggen. Wij zijn dus aan het kij ken welke gegevens wij exact nodig hebben. Met de corporaties is daarover een eerste gesprek gevoerd. Zij hebben hun medewer king toegezegd en wij zullen op een zo kort mogelijke termijn exact kunnen aangeven wat wij daarvoor willen hebben en hoe we dat willen aanpakken. Uiteraard komt dat ook terug in de com missie. Er wordt daar wat afgepraat! Vervolgens heeft D66 nog iets gevraagd over de woonwagenproblematiek. Op dit moment wordt er binnen openbare werken met behulp van terzake deskundi gen geïnventariseerd wat exact de effecten zijn van het ophef fen van het woonwagenschap, wat dat beleidsmatig betekent, maar ook wat dat betekent in beheer en hoe dat beheer zou moeten wor den opgevat. Daarbij worden uiteraard relaties gelegd naar de andere sectoren en naar andere afdelingen en diensten die op een gegeven moment een mogelijke taak kunnen hebben in het be heer of beheersen van woonwagenproblematiek. Dus wij zijn daar mee hard bezig en dat heeft haast, dat weten we met z'n allen, omdat langzaam maar zeker de afbouw compleet is. Voorzitter, daarbij wou ik het laten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 493