1 november 1990 499 kinderen, vluchtelingen, asielzoekers en de kinderen van de ons zo bekende Turkse en Marokkaanse bewoners in Breda en het is de opvangklas die voor heel Breda werkt. De heer VAN FESSEM Ik heb begrepen dat er nog andere klassen te dezen zijn. Ik vind de verontwaardiging ook wat selectief daarom. De heer KOEKKOEK Ik ben niet verontwaardigd, mijnheer Van Fessem. Ik geef slechts een aantal argumenten en als U het woord "selectie ve verontwaardiging" gebruikt vind ik dat U even moet blij ven luisteren, want dan zal ik U nog een aantal argumenten geven om die term nog voorzichtiger te gebruiken. Daarbij wil ik opmerken dat de gemeente reeds nu de medeverantwoor delijkheid heeft voor de accommodatie, maar ook medeverant woordelijk is voor het vervoer van de kinderen naar die op vangklas. De andere opvangklassen, nu kom ik in de richting van de heer Van Fessem, zijn buurtgebonden (Breda-West en Breda-Noord) en het zijn initiatieven van afzonderlijke in dividuele schoolbesturen, terwijl het initiatief aan de Ko ningin Wilhelminaschool nadrukkelijk vanaf het begin door het gemeentebestuur in de persoon van de medewerkers van de afdeling onderwijs en educatie is ondersteund en begeleid. Dus ik vind dat de gemeente daar een zware verantwoordelijk heid heeft om die opvangklas overeind te houden. Op de the matiek van het openbaar onderwijs willen wij nu niet in gaan. Wij willen daarop terugkomen bij de behandeling van de notitie over de bestuursvorm. Het programakkoord is al verschillende keren genoemd vanavond. In dat programakkoord is niets geregeld over een denominatie-onderzoek. Dat bete kent naar de mening van mijn fractie dat het aan de raad is te bepalen of er voorstellen in deze richting moeten komen, en of er voorstellen in deze richting ook worden geakkoor- deerd. Ik roep hier bij dezen het college op met voorstel len te komen tot een bijgesteld en voortgezet denominatie- onderzoek zowel naar richting als naar pedagogisch-didacti- sche inrichting. De heer VAN FESSEM Ik denk dat de eerste vier regels van bladzijde éénendertig van het programakkoord duidelijk zijn, waarin min of meer staat dat de schoolstrijd voorbij is in Breda. Maar ik kan me vergissen. De heer KOEKKOEK Ja, U vergist zich ook. De heer VAN FESSEM Dank U wel. De heer KOEKKOEK Het probleem is dat hier staat, dat we de grondwet in acht zullen nemen en ik neem aan dat het geldt voor alle raadsle-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 499