1 november 1990
500
den. Er staat absoluut niet dat we zullen zeggen, dat we
niet zullen onderzoeken op welke wijze ouders van hele jon
ge kinderen, twee- tot driejarige kinderen, denken over on
derwijs voor hun kinderen. Daarover is geen uitspraak ge
daan. Er is alleen maar gezegd, en terecht, ik hecht eraan
om dat hier te stellen, dat we de grondwet zullen respecte
ren. Totzover mijn uitleg van bladzijde éénendertig. Ik wil
even kort ingaan op de brief die het stedelijk overleg ba
sisonderwijs ons zond in aansluiting op de brandbrief. Naar
de mening van onze fractie geeft die brief aan dat de nood
in het basisonderwijs hoog is gestegen. En wij vinden dat
de discussie over de preventieve logopedie gevoerd mag en
kan worden gevoerd, mede gezien de zeer beperkte vorm aan
logopedie die er nu is in Breda. De conciërgethematiek moet
in relatie met de banenpools van de sociale vernieuwing wor
den aangepakt en wij gaan er vanuit, dat het college op kor
te termijn met een gezamenlijke opvatting komt over deze
brief. Een opvatting die naar onze mening moet worden be
sproken in de gezamenlijke commissievergadering van onder
wijs en sport, aangezien in die brief een aantal, je zou
bijna kunnen zeggen: conflicterende, belangen aan de orde
wordt gesteld. Wij hechten eraan dat dat ook in een gezamen
lijke commissie kan worden besproken. Wij vinden dat de re
sultaten van dat overleg binnen die gezamenlijke commissie
de grondslag kan zijn voor overleg tussen het college en
het stedelijk overleg basisonderwijs. Wat betreft kunst en
cultuur had ik U al toegezegd dat ik er nog op terug zou ko
men en ik kijk ook een beetje in de richting van de heer
Van Fessem. Het opnemen in het programakkoord van een ook
voor mijn fractie terechte wensenlijst, om het zo maar te
zeggen, ontslaat de raad niet van de verantwoordelijkheid
na te denken over de financiering ervan en dat is wat de
P.v.d.A.-fractie bij voortduring betoogt: hoe kunnen wij
dit financieren voor nu en in de nabije toekomst. Wij wil
len daarom ook dat de pro memorie posten (simpel gezegd:
dat gaat ons nog geld kosten, maar we weten nog niet hoe
veel, dus houd het in de gaten) worden ingevuld en van een
financiële dekking zijn voorzien. Bij de kadernota moeten
die gegevens er dan zijn, opdat dan de raad een aantal be
sluiten kan nemen. Dat bedoel ik: als je dat overzicht
hebt, dan weet je als raad waar je aan toe bent voor een
reeks van jaren en die afweging wil mijn fractie kunnen ma
ken op basis van die brede gegevens. Tenslotte een opmer
king over de kwalitatieve woningregistratie. In 1992 moet
de gemeente beleid gaan maken, als het gaat om de keuze tus
sen de aantallen nieuwbouw en de aantallen verbetering. Om
tot die keuze te komen is een onderbouwing noodzakelijk.
Een onderbouwing die wij geleverd zien worden via de kwali
tatieve woningregistratie. Voor 1991 is er geen geld voor
uitgetrokken en hoe wil het college dan in 1992 goed onder
bouwd tot die keuzen kunnen komen?
De VOORZITTER