1 november 1990
504
de zaken te lichtvaardig als niet beleidsmatig zou aanmer
ken, maar dat de onderwerpen volledig aan het oog van be
stuurders zouden ontsnappen. Deze opmerking geldt uiteraard
ook voor de eigen bevoegdheden van het college. Voor een
dergelijke ontwikkeling hebben we willen waarschuwen. Dit
is los van al dan niet wenselijkheid van delegatie en man
daat, want daarover bestaat er geen verschil van mening. De
door ons in eerste termijn gestelde vragen zijn beantwoord
en ze geven over het algemeen genomen weinig aanleiding tot
nadere opmerkingen. Nog een enkele opmerking. De coördina
tor sociale vernieuwing uit Uw college reageerde nogal ge
schrokken op onze scepsis over het binnenkort door de raad
te bekrachtigen convenant. Het leek er zelfs even op, dat
hij zijn politieke leven wenste te verbinden aan het conve
nant. Dat is volstrekt niet nodig, want de V.V.D.-fractie
heeft geen enkele kritiek op de bemoeienis van het college
met de sociale vernieuwing. In het geheel niet. Onze kri
tiek betreft de landelijke overheid en haar pretenties op
het stuk van decentralisatie en deregulering, die voorals
nog in het geheel niet worden waargemaakt. Tot nu toe heeft
de sociale vernieuwing veel ambtelijke rompslomp met zich
gebracht en nog weinig extra geld. Dat hoeft de gemeentelij
ke coördinator zich in het geheel echter niet aan te trek
ken. Met het oog op de komende kadernota hebben wij nog
eens de aandacht gevestigd op een aantal prioriteiten, die
bij de V.V.D.-fractie hoog scoren, zoals met name de nieuw
bouw van culturele accommodaties en in het bijzonder de
schouwburg. Wij gaan er vanuit dat, na de recente verwikke
lingen rond de dreigende kostenoverschrijding bij de nieuw
bouw van de schouwburg, het college het als een erezaak
ziet, de raad op de afgesproken termijn een definitief voor
stel aan te bieden, dat het in de raadsvergadering van 27
september jongstleden genoemde bedrag niet overschrijdt.
Mochten er onverhoopt dekkingsproblemen rijzen binnen dat
budget, dan moet naar onze mening hoe dan ook de resterende
ruimte worden gevonden. Eventueel volgens het principe:
nieuw voor oud beleid, zoals we dat eerder hebben ge
schetst. Daaruit blijkt de bereidheid van de V.V.D-fractie
om zonodig - liever niet uiteraard maar zonodig - offers te
brengen, want het is voor de V.V.D.-fractie ondenkbaar dat
Breda de komende jaren van een schouwburgvoorziening versto
ken zou moeten blijven. Het doorstromingsfonds voor ouderen
ten behoeve van verhuis- en inrichtingskosten wordt voor
199 0 alsnog aangevuld. Onze waardering daarvoor. Wij herha
len ons pleidooi om het fonds voortaan beter af te stemmen
op de te verwachten verhuismutatieszodat het fonds niet
zo snel uitgeput raakt, en in elk geval in de toekomst eer
der tot aanvulling over te gaan. Het door het college voor
genomen beleid ter beïnvloeding van de automobiliteit heb
ben we van een kritische kanttekening voorzien en dit is
kennelijk weer misverstaan door de P.v.d.A.-fractie. Daar
blijkt het niet
De heer KOEKKOEK