1 november 1990 510 De heer DE LEEUW De visie dat wij lang genoeg te weinig hebben geïnvesteerd in cultuur, dat we nu met een groot probleem zitten dat we snel aan moeten pakken en dat dat ons meer middelen zal kos ten dan ons in feite eigenlijk lief is, maar we staan nu voor de keus en we zullen die keus moeten maken. De heer GARRITSEN Ik heb begrepen dat ik 10 minuten heb dus ik zal mijn best doen. Voorzitter, even in Uw richting: ik heb gezien dat U mijn voorbeeld ook heeft gevolgd en dat U ook naar de kap per bent geweest. Alleen is het iets minder radicaal gedaan dan ik het zelf heb laten doen. De VOORZITTER Sterker, ik heb nog meer voorbeelden. Ik heb om U gerust te stellen vanavond een rode stropdas aangetrokken, weliswaar met een zwart streepje erin. Ik zeg niet dat U een streepje heeft, maar ik ben in ieder geval aardig in Uw richting op geschoven. De heer GARRITSEN Prima, we zullen zien of het in het beleid ook wordt ver taald. Ik zou gelijk met Uw portefeuille willen beginnen. Ten aanzien van criminaliteitsbestrijding is het toch zo dat de beantwoording, met name waar het gaat om de projec ten erosievandalisme, toch weinig overtuigend is geweest. Onze benadering is toch meer: waar vandalisme plaatsvindt, waar schade wordt toegebracht moet het door de reguliere diensten in feite worden opgelost en moeten die onderhouds budgetten worden verhoogd. We zien eigenlijk heel weinig in een meldpunt, weer een schakel ertussen. Je moet je dan af vragen of het inderdaad echt gaat werken. Straks, als we ho pelijk in het nieuwe stadskantoor trekken, is het zo dat we daar een centrale balie hebben en dan denk ik dat je ook op een andere wijze zou moeten functioneren. Dus wat dat be treft blijven wij de bezwaren tegenover dat soort projecten houden. Dat wil niet zeggen: tegen de inhoud daarvan. We vinden het op zich van groot belang dat de onderhoudsitua- tie en de vernielingen worden teruggebracht, dat je als ge meente wat daaraan doet, maar ik heb al eerder begrepen dat ook de onderhoudbudgetten die we de afgelopen jaren toch be hoorlijk onder druk hebben gezet, daar toch ook enigszins debet aan zijn. Van de 250.000,hebben wij gezegd dat het toch wat minimaal is onderbouwd. U zegt dat er genoeg plannen zijn die we willen gaan uitvoeren. Ik denk dat je eerst eens moet kijken welke plannen je dan inderdaad zou willen uitvoeren. Nogmaals, om zo een bedrag 250.000, op te voeren: dat vinden wij toch te ver gaan. We benadruk ken nog steeds dat het in veel wijken ontbreekt aan een goed jeugd- en jongerenbeleid en dat we daar liever centen in zouden willen steken. Ten aanzien van het milieubeleid, het volgende. Ik zal het kort moeten doen. De wethouder heeft uitvoerig verteld wat hij allemaal heeft gedaan de af-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 510