1 november 1990
520
en zo mogelijk herstel van het milieu - dat was naar aanlei
ding van een vraag van D66 - uitgangspunt zou blijven, maar
dat dat niet inhoudt dat we dus volledig afzien van de in
vulling daarvan. Bovendien gebeurt dat altijd in overleg
met Uw raad en in overeenstemming met Uw raad. Ten aanzien
van de vraag over de milieu-effectrapportage Princeville,
het volgende. U weet dat in het kader van de m.er-procedu
re de initiatiefnemer de m.e.r. moet aanvragen. In dit ge
val is dat Rijkswaterstaat en zodra de startnotitie door
Rijkswaterstaat wordt opgesteld bent U als bevoegd gezag de
gene die daarover een oordeel moet vellen. Dus die komt.
Maar het initiatief ligt bij Rijkswaterstaat.
De heer GARRITSEN
Kunt U misschien aangeven, gezien ook de spoed die op de
aanleg van het kruispunt wordt uitgeoefend en de contacten
die U naar ik aanneem als college met Rijkswaterstaat
heeft, wanneer dat ongeveer te verwachten is?
Wethouder RöMKENS
Daarover kan ik op dit ogenblik geen verstandig woord zeg
gen, want dan zou ik er een slag naar slaan. Het is alleen
zo dat, alvorens met de aanleg moet worden begonnen, de
m.e.r.-rapportage afgerond zal moeten zijn en U weet hoe
lang een m.er-procedure duurt. U krijgt eerst de startno
titie, die moet worden vastgesteld; op basis van die start
notitie krijgt U de rapportage, dan krijgt U het vaststel
len daarvan en afhankelijk van het onderwerp varieert dat
van 8 tot 9 maanden meestal, in een snelle procedure, maar
het ligt er ook een beetje aan wie de voorzitter van de
m.e.r.-commissie is. En U weet dat de huidige vice-voorzit-
ter een andere functie heeft gekregen en wie de nieuwe is
weet ik niet. Dat is de burgemeester van Ouwerkerk. In de
richting van de heer De Leeuw: het besluit van het college
inzake milieuzorgsystemen, wat meer is dan gebouwen, het is
veel inhoudelijkerzal ik nogmaals in de commissie aan de
orde stellen. Dat lijkt me verstandiger. Hopelijk gelijk
met het raadsvoorstel waarbij we de subsidie vanuit het mi
nisterie krijgen. Ik denk dat dat in de commissievergade
ring van december kan zijn, want het gaat nu te ver om uit
voerig in deze raad de uitvoering aan de orde te stellen,
maar ik wil U toezeggen daarover in december in de commis
sievergadering met elkaar van gedachten te wisselen. De ove
rige fracties dank ik voor het niet stellen van vragen.
De VOORZITTER
Ik moet U zeggen dat ik me inmiddels toch al iets kan voor
stellen bij die berevellen. Ik zie het al zó voor me: de he
ren Römkens en Garritsen in berevellen in een kano in een
carnavalsoptocht
Wethouder VAN RAAK
Betreffende de opmerking van de zijde van het C.D.A. in eer
ste instantie over het sanctiebeleid, het volgende. Het