1 november 1990
527
heid en naar de verkeersgeleiding. Dat zijn verschillende
zaken die je moet afwegen. Die verkeersmilieukaart is een
effectief instrument om juist het milieu-aspect mee te ne
men. Voor wat betreft de opmerking over erosievandalisme,
het volgende. Ik denk inderdaad dat, als je allerlei zaken
werkelijk onmiddellijk kunt aanpakken, dit misschien zou
helpen over de hele stad, maar ik denk dat dat ook onbetaal
baar zou zijn en we hebben nog een heleboel andere wensen
meer. Vandaar dat wij ook hebben aangegeven juist in een
aantal buurten met een experiment te beginnen om te kijken
hoe je dat het beste zou kunnen aanpakken. In aansluiting
daarop speelt het meldpunt. We moeten kijken hoe wij dat
meldpunt vorm gaan geven in het stadskantoor, maar ook daar
speelt mee dat het meldpunt juist een schakel ertussen, zo
als U dat noemt, kan zijn. Je moet nu kijken met de meldpun
ten die er zijn, of het werkelijk effectief is, welke klach
ten je daar binnen krijgt en hoe je dat het beste vorm kunt
geven. Daarmee zijn wij op dit moment bezig en tegen de
tijd dat het stadskantoor er staat zal daarover meer duide
lijkheid zijn.
Wethouder ADANK
Voorzover het in het vermogen, ook het financiële vermogen,
ligt - en dan kijk ik even in de richting van de heer Koek
koek - zal het college zich inspannen. In ieder geval bij
de activiteiten zoals ze worden ontplooid worden op de Wil-
helminaschoolIk praat dan niet alleen over de Wilhelmina-
school. Ik heb in eerste termijn ook trachten te zeggen dat
er nog een aantal projecten is in de sfeer van S.A.J.O.,
die op andere scholen op dit moment worden gerealiseerd. Er
loopt overigens nog een aantal verzoeken - ik denk dat deze
verzoeken wellicht nog worden gehonoreerd - niet alleen in
het basisonderwijs, ook in het voortgezet onderwijs, om in
ieder geval die projecten door te laten gaan, maar dan in
het perspectief van de sociale vernieuwing. U praat over de
opvang van niet-aanspreekbare kinderen en alle problematie-
ken die daarbij komen, alle knelpunten, de opvang, de bege
leiding, de specifieke begeleiding en ook de middelen die
ter beschikking worden gesteld. Terecht zegt U dat de ge
meentelijke diensten heel ad rem hebben gereageerd, toen
het op die school aan de orde was. In de brede afweging zul
len wij ook andere scholen daarbij dienen te betrekken. Ik
zeg u in ieder geval die inspanningsverplichting toe. Wat
betreft de zaak ten aanzien van het denominatie-onderzoek
vindt het college het op dit moment niet opportuun om het
recente denominatie-onderzoek te actualiseren. Daaraan lig
gen verschillende argumenten ten grondslag. In de eerste
plaats gebruikte ik de woorden "actueel" en "recent". Het
is nog vrij recent. In de tweede plaats zijn het niet al
leen openbare scholen waar de leerlingenaantallen tot zorg
stemmen, maar het geldt ook voor een aantal bijzondere scho
len. Ik heb ook in de commissie gezegd dat dit toch heel
spoedig overleg vereist tussen het bestuur van het openbaar
onderwijs en het bestuur van de bijzondere scholen om te