29 NOVEMBER 199 0
546
C.C.W. DUBBELMAN, W.M.M. VAN FESSEM, N. GARRITSENJ.P.M.
GOOS, J.H.A. VAN GURP, W. HAARTMAN, DE DAMES M.P. HEERKENS,
M.M.C.W. HEESSELS, DE HEREN A.W. KOEKKOEK, E.J.M. DE LEEUW,
HAMARTENS, J.P.E.M. MEEUWISSEN, MEVROUW A.W. NEEB-
WIEGERSMA, DE HEER N.G.M. VAN OS, DE DAMES C. PELLIS, L.
PRINS-MULDER, DE HEER H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; MEVROUW
E.W. RATTINK, WETHOUDER; DE HEREN F.L.M. RÖMKENSWETHOU
DER; R.G.P. SANDBERG, WETHOUDER; H.L. SINKE, P.J. VAN DE
STEENOVEN, J.P.W.A.A.M. TAKS, MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRA,
DE HEER M.P.W.C. VAN VEEN, SECRETARIS.
AFWEZIG: DE HEREN H.J.P. VAN DEN BERG, J.T.F. CLEMENT, ME
VROUW V.M.J.B. VAN OOSTERHOUT.
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur met het ge
bed
A. ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEF, INGEZONDEN DOOR DE HEER
F.L. MAAS, OP 14 NOVEMBER 199 0 BENOEMD VERKLAARD TOT
LID VAN DE GEMEENTERAAD VAN BREDA.
C. ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEF, INGEZONDEN DOOR MEVROUW
E.Z.G. VAN DE CASTEELE, OP 23 NOVEMBER 199 0 BENOEMD
VERKLAARD TOT LID VAN DE GEMEENTERAAD VAN BREDA.
De VOORZITTER
Allereerst zijn aan de orde de agendapunten A en C, die we
zullen samenvoegen. Het gaat om onderzoek van de geloofs
brieven van mevrouw Van de Casteele en de heer Maas. Ten
aanzien van de geloofsbrief van mevrouw Van de Casteele
merk ik op dat is vastgesteld dat de vermelding van Breda
als geboorteplaats niet juist is. Mevrouw Van de Casteele
is geboren in Gent te België. De stukken moeten aldus wor
den aangepast.
De heer H. VAN DONGEN
Het zijn twee agendapunten; ik lees derhalve twee keer het
zelfde voor, alleen met naamsverandering. De commissie uit
de raad van de gemeente Breda, in wier handen werden ge
steld de geloofsbrief en verder bij de kieswet gevorderde
stukken, ingezonden door de heer F.L. Maas, wonende aan het
adres Langdonk 62 te Breda, op 14 november 199 0 benoemd tot
lid van de gemeenteraad van Breda, rapporteert de raad dat
zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en in orde
heeft bevonden. Het is gebleken dat de benoemde aan alle in
de kieswet gestelde eisen voldoet. De commissie adviseert
tot zijn toelating als lid van de gemeenteraad van Breda.
Ik ga verder met punt C. De commissie uit de raad van de ge
meente Breda, in wier handen werden gesteld de geloofsbrief
en verder bij de kieswet gevorderde stukken, ingezonden
door mevrouw E.Z.G. van de Casteele, op 2 3 november 199 0 be
noemd tot lid van de gemeenteraad van Breda, rapporteert de
raad dat zij bovengenoemde bescheiden heeft onderzocht en
in orde heeft bevonden. Het is gebleken dat de benoemde aan