54
Notulen van de buitengewone vergadering van de raad van de
gemeente Breda op 16 februari 1990.
Aan de orde: afscheid van burgemeester Feij
AANWEZIG: DE HEREN F.M. FEIJ, VOORZITTER/BURGEMEESTER EN
ZIJN ECHTGENOTE MEVROUW S.M.J. FEIJ-CANISIUSA.C.A.M.
ADANK, WETHOUDER; MEVROUW J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLTDE
HEER C.G. BERKHOUT, MEVROUW L. VAN BEUSEKOM-NIX, DE HEREN
A.G.J.M. DEN BOER, J.O.E. BOER, DE DAMES M.J. BOIDIN-VAN
HOEVE, J.M.J. BROSKY-WESTDORP, DE HEER E. DE BRUIJN, ME
VROUW H.W.D. DAMMER-NOORMAN, DE HEREN N.M.E.C. DERIJCKERE,
H.C. VAN DONGEN, W.P. VAN DONGEN, N. GARRITSEN, J.P.M.
GOOS, A.B. GROSFELD, MEVROUW M.P. HEERKENS, DE HEREN J.H.J.
HOFSTé, A.W. KOEKKOEK, MEVROUW E. KRIENS, DE HEREN E.J.M.
DE LEEUW, H.A. MARTENS, MEVROUW A.W. NEEB-WIEGERSMA, DE
HEER J.C.N. NUITERMANS, DE DAMES IJ. DEN OUDEN-JANSEN, C.
PELLIS, E. PLES, J.C. VAN DER POEL, DE HEER H.J.F. VAN
RAAK, WETHOUDER; MEVROUW E.W. RATTINK, WETHOUDER; DE HEREN
F.L.M. RÖMKENSWETHOUDER; R.G.P. SANDBERG, VOORZITTER/WET
HOUDER; H.L. SINKE, M. SCHARFF, J.P.W.A.A.M. TAKS, MEVROUW
J. WOUTERS-KOOTSTRA, DE HEREN J.A. VAN DEN WIJNGAARD,
M.P.W.C. VAN VEEN, SECRETARIS.
AFWEZIG: DE HEER J.L. BOKKELKAMP, MEVROUW M.M.C.W. HEESSELS.
VOORZITTER: aanvankelijk de heer F.M. Feij, burgemeester;
later de heer R.G.P. Sandberg, loco-burgemeester.
De VOORZITTER opent de vergadering om 14.3 0 uur met het ge
bed.
In verband met het bijzondere karakter van deze bijeenkomst
draag ik de leiding over aan loco-burgemeester Sandberg.
VOORZITTER De HEER SANDBERG
Allereerst enkele berichten van verhindering. Twee raadsle
den zijn helaas verhinderd deze bijeenkomst bij te wonen.
De heer Bokkelkamp, die U een brief heeft doen toekomen,
alsmede mevrouw Heessels, om een U bekende prettige reden.
Van de enkele berichten van verhindering van de genodigden
voor deze raadsvergadering, wil ik er twee uitdrukkelijk
noemen. Helaas is de Commissaris van de Koningin verhinderd
op dit moment in ons midden te zijn. De reden is dat de Com
missaris de heer Meijer van de provincie zal toespreken, in
verband met zijn afscheid. De heer Houben heeft overigens
wel het voornemen om zich straks nog naar Breda te spoeden
en U de hand te drukken tijdens de receptie. Zijn officiële
vervanger hier aanwezig is de heer Jellema. Ook de Oud-Com
missaris van de Koningin in onze provincie, de heer Van
Agt, heeft bij brief laten weten dat hij helaas geen gevolg
kan geven aan onze uitnodiging. Hij laat U dat als volgt we
ten: "Beste Frans, zojuist heb ik aan het college van burge
meesters en wethouders laten weten dat ik helaas geen ge
volg kan geven aan de invitatie voor de afscheidsreceptie
op vrijdag 16 februari. Graag wil ik je niettemin een
schriftelijke handdruk geven, een schouderklop, een broeder-