29 NOVEMBER 1990 560 Even een vraagje, ze had het over stukken die er moeten lig gen, maar ik De VOORZITTER U had zich ook gemeld, althans Uw fractie. De heer GARRITSEN Ik wilde een paar opmerkingen De VOORZITTER Het hoeft niet, er is hier geen plicht tot spreken. De heer GARRITSEN Ik kan me aansluiten bij de fracties, maar met dit verschil dat we op dit moment een voorbereidingsbesluit nemen, omdat er een initiatief ligt. Dat hebben we gezien, over dat ini tiatief is gepraat en daarover zijn ook opmerkingen ge maakt. Ik denk dat het niet verstandig is om op dit moment een voorbereidingsbesluit te nemen, want daarmee geef je toch eigenlijk een beetje groen licht aan een invulling en misschien al in een bepaalde richting, want het college zal daarover natuurlijk wel een idee hebben. Ik denk dat je eerst, wat ook de wethouder min of meer in mijn richting heeft gezegd, moet kijken naar de andere open plekken in Princenhage. Ik heb toen ook de link gelegd met Ginneken, dat beschermd dorpsgezicht is geworden. Je zou eerst moeten kijken hoe je de historische kern van Princenhage in stand kunt houden. Er vonden nogal wat aanslagen in de loop der tijd plaats en de invulling zoals die nu wordt gepresen teerd, draagt er niet toe bij dat het beter gaat worden. Daarom denk ik dat je een integrale benadering van met name de kern van Princenhage moet hebben en derhalve past het niet om nu een voorbereidingsbesluit te nemen. Ik denk dat dat op een andere wijze moet en daarom zijn wij tegen dit voorbereidingsbesluit Wethouder RATTINK In de commissie heb ik al gezegd dat er inderdaad een dis cussie mogelijk is over het bouwplan. Ik ging er na de com missiebehandeling in ieder geval vanuit dat nagenoeg ieder een zijn handtekening onder de lijst zou zetten, en dat we uitvoerig op het bouwplan terugkomen. Bovendien kunnen we dan ook, zoals de heer Garritsen opmerkt, in samenhang met dat bouwplan nagaan wat we in dat soort situaties graag zou den willen. Ik denk dat dat reëel is. Mevrouw Van Bergen, ik heb er naar aanleiding van Uw telefoontje voor gezorgd dat het soort zaken voor wat betreft tijden nauwer in het oog genomen zullen worden. De heer GARRITSEN Ik vrees dat als we de volgende keer over dat bouwplan pra ten, dat gesprek misschien op dezelfde manier plaatsvindt als nu en dat we zeggen: we vinden het wel of niet mooi. Ik vind dat er onderliggende stukken moeten liggen. Ik heb al

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 560