2 0 DECEMBER 199 0 570 hebben gebracht, dat dit op zich een vrij belangrijke stap is. De discussies binnen de politie die in het verleden de zaak behoorlijk hebben verlamd en het onderzoek van Andersson dat wel aangaf dat het inderdaad echt anders moet. En nu stellen wij in feite vanavond een beleidsplan vast waarvan wij zeggen: die richting moet je opgaan. De doelstellingen en de speerpunten die daar worden gekozen zijn speerpunten en doelstellingen die ook de Groen Links fractie kan onderschrijven. De kanttekening willen wij wel erbij maken, een beetje ook in de lijn die de P.v.d.A. al aangaf, dat het vrij omvattend is, vrij ambitieus. Als je ziet wat binnen de politie het afgelopen jaar is gebeurd en wat er nog moet gebeuren dan is de vraag of je zo'n allesom vattend plan inderdaad al vanaf het begin echt kunt gaan uitvoeren. Er zijn nog al wat problemen die ook binnen de politie in die hele reorganisatie moeten worden opgelost. Dus wat dat betreft denk ik dat wij enigszins begrip moeten hebben, wat de P.v.d.A. ook zegt, dat het niet in één keer allemaal kan. Ik wilde U vragen, ik hoor dat het in de com missie algemene zaken is toegezegd, om een evaluatie. In het verleden was het zo dat wij vaak halfjaarlijkse rappor tages kregen om te zien: hoe ver lopen de zaken nu. Ik zou U willen vragen op welke wijze U nu de commissie gaat infor meren over hoe de zaken lopen. Een kleine kanttekening wil len wij nog maken. Als je dat ambitieuze plan wilt uitvoe ren is een van de randvoorwaarden van Groen Links, dat je zegt dat het in feite financieel moet worden afgedekt door de uitkeringen die wij van het Rijk krijgen voor de politie zorg. En wij hechten eraan dat nog eens uitdrukkelijk te melden. U bent zelf redelijk ambitieus en het zou best eens kunnen zijn dat daardoor ook de politie heel ambitieus te werk gaat, maar ik vind wel dat U de randvoorwaarden die een aantal partijen in de raad naar voren brengt, als rand voorwaarden mee zou moeten nemen. De discussie over de re- servepolitie, waar die zaak straks aan de orde komt, wach ten we dan wel af. Maar ik geef, om zo te zeggen, dat schot voor de boeg van onze kant al. Het laatste puntje in deze discussie en die hebben wij vaker in de raad gevoerd, be treft het volgende. Als wij etnische minderheden of vrouwen binnen een politie-organisatie, maar ook binnen andere ge meentelijke diensten willen binnenhalen, dan wordt er vaak geformuleerd: bij gelijkwaardigheid van kandidaten kiezen voor vrouwen of etnische minderheden. Ik denk dat je eens toe moet naar het standpunt, dat je zegt: bij voldoende ge schiktheid ga je iemand benoemen, in principe, en niet steeds hanteren: bij gelijkwaardigheid in capaciteit, omdat je dan heel gauw kunt zeggen dat het toch in de richting van een man gaat die soms door zijn maatschappelijke posi tie vaak meer ervaring kan hebben of dat soort zaken, ter wijl ik vind dat je juist die mensen die aan de voorwaarden voldoen moet kunnen benoemen. Dus ik zou U willen vragen of U daarover toch nog eens Uw gedachten wilt laten gaan. De heer DE LEEUW

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 570