20 DECEMBER 1990 574 De heer GARRITSEN Ik vind het prima dat wij die zaak nu weer structureel voor vier jaar verlengen. Ik denk dat dat een goede zaak is. An derzijds denk ik dat het toch zo moet zijn, als er verzoe ken richting college komen, waar ook uitdrukkelijk naar de taak van de gemeente wordt gevraagd in het kader van ontwik kelingssamenwerking, dat wij niet te snel moeten zeggen als raad en U als college: wij hebben er een stichting voor, dus wij doen zelf niets meer dan alleen het bedrag beschik baar stellen. Ik denk dat ontwikkelingssamenwerking meer is dan een stuk goed particulier initiatief ondersteunen. Ik denk dat er ook taken op bepaalde momenten liggen voor de gemeente om zeer zeker in te participeren. Mogelijk en dat is afhankelijk van de verzoeken die komen kunnen er ook eventueel extra gemeentelijke middelen worden ingezet voor zaken die wij op dit moment nog niet voorzien. De VOORZITTER Een korte reactie - voor zover de heer Koekkoek daarover geen stemverklaring heeft afgelegd - op dat ene punt. Het college heeft eigenlijk als filosofie dat het niet goed is dat je de ene club subsidieert en dat die ene club vervol gens weer de subsidie doorschuift naar een andere club. Dan is denk ik het juiste systeem dat die tweede club zich meldt en vervolgens aan de gemeenteraad of aan het college van burgemeester en wethouders om subsidie vraagt. Ik denk dat dat de juiste lijn is, ook de juiste afweging. Het sluit natuurlijk niet voor de volle honderd procent uit dat er soms organisaties kunnen zijn die ook condities scheppen voor het functioneren van die Bredase stichting. Daar kan ik mij iets bij voorstellen, maar toch zeggen wij in zijn algemeenheid dat het niet goed is als je die subsidiebedra gen weer gaat doorschuiven en dat iemand anders in dat op zicht Sinterklaas gaat spelen, in de vriendelijke zin van het woord. Dan denk ik dat je de juiste afweging moet ma ken. Dan kom ik terecht bij de heer Garritsen, dan moet dat verzoek ook hier in de gemeenteraad aan de orde komen. Dan moet de raad daar ja of neen tegen zeggen en zal het colle ge U wel of geen voorstellen doen. In zijn algemeenheid luidt overigens de conclusie van het college dat via deze passage in het programakkoord, de coalitiepartners invul ling hebben willen geven aan hun verantwoordelijkheid in dit opzicht. In dat opzicht komen dus ook andere subsidie verzoeken in principe niet voor honorering in aanmerking. Wij kunnen ons natuurlijk in de toekomst iets daarbij voor stellen, maar daarover zal het college dan apart moeten na denken, want dat betekent eigenlijk toch wat ons betreft dat je dan ingaat tegen het programakkoord. Als het college al positief besluit zul je dat dan toch ook aan de raad moe ten voorleggen. Maar daar zal de heer Garritsen als niet- deelnemer aan het programakkoord De heer GARRITSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 574