2 0 DECEMBER 1990 589 ningen worden gedaan, dan vinden wij dat daaraan ook een ga rantie voor werk moet vastzitten. In feite is dat een zaak die je voor een deel landelijk zou moeten regelen. Wij hebben een quoteringsdiscussie in de Kamer gehad en er is, dacht ik, vandaag of gisteren weer verder over gepraat. Echt datgene wat nodig zou zijn gebeurt niet. Nu worden weer deze maatregelen van stal gehaald. Ik hoop zelf voor die jongeren en die mensen zonder arbeid die van deze rege ling gebruik maken, dat je gaat kijken naar passende ar beid. En dan sluit ik aan bij D66. Op die manier moet je die mensen stimuleren en als het dan iedere keer gaat over het sanctiebeleid, denk ik dat dat een beetje achteraan moet komen. Als wij niet eens weten hoe het gaat functione ren en dan op dit moment al aandringen, wat ook de C.D.A.-frac tie doet op dat sanctiebeleid dat eigenlijk uitkomst zou moeten bieden, zo'n idee krijg ik ervan, dan denk ik dat je dan verkeerd bezig bent. Ik denk dat je dan op een verkeer de wijze juist die groepen die zich vaak al zo buitengeslo ten voelen helemaal niet stimuleert met dat wat je zit te hanteren. En als dan het C.D.A.toch een christelijke par tij, zegt dat je dat wel moet gaan doen om geen beroepswerk lozen te creëren, dan heb je toch wel een hele merkwaardige kijk op de mensen waar het om gaat. Net alsof mensen daar toe de bereidheid hebben. Er zijn natuurlijk heel wat men sen die om wat voor reden dan ook afhaken in het arbeidspro ces. Ik denk dat je andere benaderingen in eerste instantie moet kiezen om hen te helpen dan te gaan dreigen met sanc ties en kortingen. Omdat je daarmee niet alleen die persoon treft maar soms ook gezinnen daarmee treft. Ik denk dat je het zeer zeker niet altijd op die manier moet doen. Ik denk dat je op een positieve, stimulerende manier er wat aan moet doen. Ik hoop dat de marktsector ook eens een keer gaat meedoen omdat het nog steeds de gesubsidieerde sector is waar die banen worden gecreëerd. Wethouder SANDBERG Ik denk dat ik toch mag beluisteren in de bijdragen van de leden van de raad in algemene zin waardering en een posi tief oordeel over het onderhavige preadvies. Ik denk ook dat het voorstel zoals dat thans op tafel ligt toch de re sultante is van een ongelofelijke inzet van een aantal mede werkers dat in een betrekkelijk korte termijn met echt week uren van 60 tot 70 uur in staat is geweest om een heel sca la van voorbereidingen te treffen met als resultante dit preadvies op tafel. Ik vind ook dat hen in belangrijke mate de eer gegund moet worden die U dit preadvies toekent. Wan neer Uw raad dadelijk met dit voorstel akkoord gaat alsmede met het daarop volgende dat er een uitvloeisel van is, dan betekent dat, dat morgen de statuten bijvoorbeeld bij de no taris gepasseerd kunnen worden, dat het kantoor wordt ge huurd, dat personeel in dienst komt, dat het convenant met het R.B.A. wordt gesloten, dat de afstemmingsgesprekken plaatsvinden met mensen die met andere doelgroepen bezig zijn, dat er een toetsingsgebeuren gaat plaatsvinden. Kort-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 589