20 DECEMBER 1990
592
der de inspanningen ten behoeve van etnische minderheden.
Een van de inspanningen zit uiteraard in het arbeidsmarktbe
leid. We hebben toen gekeken naar de procentuele deelname
van etnische minderheden bij de Tijdelijke Voorziening. Dat
percentage ligt tussen de 25 en de 30. We hebben nu gezegd:
de totale kosten van de jeugdwerkgarantiewet zijn x. Als je
dat nu herleidt tot de kosten die je spendeert aan etnische
minderheden met betrekking tot dat aspect, dan kom je ook
op 25 procent van dat bedrag. Dat is dus alleen een finan
ciële overweging geweest.
Mevrouw HEERKENS
Mag ik even bij interruptie? Ik heb de bladzijden uit het
minderhedenactieprogramma voor me liggen. Op pagina 18
staat in de toelichting onder ad D: "Van banenpooldeelne
mers en J.W.G.-ers zal naar verwachting gemiddeld 2 5 pro
cent van allochtone afkomst zijn.". Dat zijn verwachtingsge-
gevens. Overigens gaat het dan trouwens niet om allochtonen
op de arbeidsmarkt, maar om de hele beroepsbevolking. Ik
denk dat U zich daarin vergiste, dat het een verspreking
was. Dat is een evenredigheidsdoelstelling. Als je daarnaar
streeft dan denk ik, als je van zo'n verwachtingspercentage
al uitgaat in een door het college aangenomen notitie, dat
zelfs de deelname hoger zou moeten liggen op zich. Maar als
U zegt dat wij dat hanteren als ondergrens, dan kan ik dat
begrijpen. Maar dit is de zinssnede die in die notitie
staat. Ik leg dat niet puur financieel uit.
Wethouder SANDBERG
Ik weet exact wat er in die nota staat. Ik heb hem zelf ge
schreven. Er staat in dat op basis van de huidige ervarin
gen opgedaan met de jeugdwerkgarantiewet op dit moment de
deelname van etnische minderheden 2 5 procent is en dat wij
dus de kosten van de jeugdwerkgarantiewet voor 25 procent
toebedelen aan onze inspanningen met betrekking tot etni
sche minderheden. Dat is tot dit moment dus de praktijk. En
ik neem aan dat U van mij wilt aannemen dat, wanneer ik in
de commissie en ook in deze raad zeg dat wij dus een inspan
ningsverplichting aangaan om dat op te voeren teneinde in
1994 een evenredigheidsdoelstelling te bereiken, dat dus ho
ger moet zijn dan de participatie van dit moment. Ik heb
dat een- en andermaal gezegd in de commissie, ik heb U dat
schriftelijk doen weten met een afschrift voor alle commis
sieleden. Ik zeg het hier nu nog eens een keer. Als wij de
2 5 procent van dit moment zouden blijven hanteren dan halen
wij in 1994 dat evenredigheidspercentage niet. Kortom, het
zal dus wel hoger moeten zijn. Hoe dadelijk die verdeling
is over banenpool, respectievelijk jeugdwerkgarantiewet,
respectievelijk over andere instrumentaria: daarover durf
ik U op dit moment geen garantie te geven en wil ik ook
geen cijfers noemen, want dan prikt U mij vast. Je hebt het
wel gehaald bij de banenpoolers en niet bij de jeugdwerkga
rantiewet of andersom. Welnu daar kan ik niet mee leven.
Maar ik zeg dat hier nog een keer uitdrukkelijk in de raad: