20 DECEMBER 1990 593 van deze wethouder van dit college mag U verwachten dat wij tegen die achtergrond om de doelstelling te bereiken in 1994 ons ook in 1991 extra inspanning zullen getroosten. De heer Bokkelkamp heb ik daarmee ook behandeld: streefcijfers nu zijn prematuur. Wellicht is het best verstandig over 1992 daar wel over te praten, maar dan kunnen wij tenminste terugvallen op de ervaringen die wij al hebben opgedaan in 1991. En nogmaals, wij zitten nu tegen elkaar aan te praten zonder dat er natuurlijk met betrekking tot de banenpoolers ook maar een centje ervaring is, want de eerste moet wel 2 januari pas in dienst komen. Wat betreft de opmerking van de heer De Leeuw met betrekking tot de uitbreiding, het vol gende. Wij krijgen nu 108 banenpoolers toegewezen en naar het zich laat aanzien voor 1992 216. Dat betekent dus dat in de loop van 1991 de stichting al ergens in de buurt van de 200, 300 werknemers gaat krijgen en dat dat in 1992 al dicht tegen de 400 a 500 gaat lopen. Dat voorzie ik. Dat be tekent dus dat je niet alleen de startgroep moet doen, maar dat je ook voortdurend tijdens dat proces die groei in de gaten moet hebben. Ik hoop met hem dat toch het merendeel van de mensen die straks in de banenpool gaan participeren dat niet doet vanwege die sanctie, maar dat ze veel meer ge motiveerd zijn omdat zij nu de kans krijgen om langs deze weg toch een actieve bijdrage in het hele arbeidsmarktgebeu- ren te leveren en wellicht, en ook dat zal straks de erva ring moeten leren, van daaruit zullen doorstromen naar een reguliere arbeidsplaats omdat zij dan inmiddels die erva ring hebben opgedaan. De heer Garritsen brengt nog even het kip-ei-verhaal van vroeger te voorschijn. Natuurlijk kan ik mij best voorstellen dat een aantal jaren geleden mensen vaak langdurig werkloos waren omdat ze geen behoorlijke op leiding hadden. Want dat is toch wel een kenmerk van die ca tegorie, waarbij men zegt: geen scholing en waarom niet? Om dat ik geen baan kan krijgen, want die wordt mij niet gega randeerd, dan ga ik dus maar niet naar die scholing. Dan zit je natuurlijk in een vicieuze cirkel. Zolang je geen scholing doet omdat je daar een tekort constateert krijg je geen baan, maar vervolgens krijg je geen baan, omdat je geen scholing hebt. Ik hoop dat dat proces nu met deze instrumentaria minstens wordt doorbroken. In zijn algemeen heid vind ik nogmaals, maar gelukkig ben ik niet geroepen om te oordelen over criteria ten aanzien van het sanctiebe leid, en hoop ik nog steeds dat met deze instrumentaria, die de overheid natuurlijk schept om toch een doelgroep te bereiken die tot dusverre langs de kant is blijven staan, het sanctiebeleid niet wordt gezien als motivering - dat zou een slechte zaak zijn - niet als dreiging, maar als kan sen die nu worden geboden, die moeten worden gegrepen. Al leen bij notoire mensen die denken: wij hoeven niet, laat de overheid maar voor ons zorgen, moet er naar mijn oordeel terecht een sanctie op staan. Dat de marktsector nog niet participeert, mijnheer Garritsen, kunnen wij allemaal als betreurenswaardig beschouwen. Dat vind ik ook wel een beet je, maar daarover is een- en andermaal op landelijk niveau

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 593