1 FEBRUARI 1990
5
het rijk de zaak voldoende kunnen financieren. Ik zou U, of
Uw opvolger, willen vragen ons op korte termijn te informe
ren over het financieel beleid op langere termijn, zodat
we geen gemeentelijke middelen hoeven in te zetten voor de
politie. Het gaat met name over de huisvesting, waar een be
paalde richting wordt ingeslagen en waar we weinig zicht
hebben op wat het gaat kosten. Een tweede punt dat regelma
tig aan de orde komt is de automatisering bij de politie.
Herhaalde keren heb ik in de commissie gevraagd: hoe zit
het daarmee. Afgelopen periode hebben we regelmatig investe
ringen gedaan. In de laatste commissievergadering is nog
eens gezegd: Heen aantal automatiseringsprojecten is wel
eens mislukt, ook binnen Breda". Landelijk is er vanuit de
rekenkamer de nodige kritiek op. In Breda wordt nu weer
voor een ander systeem gekozen. Er zijn behoorlijk wat cen
ten ingestoken en nog is steeds niet duidelijk hoe die zaak
zich ontwikkelt. Ik wil U vragen op welke wijze U de raad
of de commissie algemene zaken denkt te informeren over dat
gene wat nü gebeurt, omdat de keuzes van het systeem aan
het zicht van de raad onttrokken worden. Ik vind dit een ui
termate slechte zaak en ik wil U vragen om de afdeling auto
matisering van de gemeente indringend te laten kijken naar
de automatiseringsproblematiek bij de politie, zodat wij
bij de keuze inzicht in de zaak hebben. Op dit moment heb
ik de indruk dat dat niet het geval is.
De VOORZITTER
Ik wil de verklaring van mevrouw Den Ouden als een soort
stemverklaring beschouwen. Ik begrijp daaruit dat de
C.D.A.-fractie graag haar medewerking aan dit raadsvoorstel
verleent, maar dat zij met betrekking tot het beleid al een
schot voor de boeg heeft, in die zin dat met betrekking tot
de reserves, waarop nu ingrijpend aanspraak wordt gemaakt
en waarbij niet uitgesloten is dat die op een gegeven mo
ment uitgeput raken, het niet mag betekenen dat met het aan
vaarden van dit beleid de gemeenteraad in de toekomst uit
eigen middelen een bijdrage zou moeten geven aan de poli
tie. Datzelfde zegt ook de heer Garritsen in zijn eerste op
merking. Dit besluit van vandaag geeft op geen enkele wijze
indicatie hoe de financiering van de politie in de toekomst
zal geschieden, ook niet wanneer de reserves er op een gege
ven moment niet meer zouden zijn. Duidelijk is dat de doel
uitkering van het rijk voor de gemeentepolitie niet bedoeld
is om reserves te kweken. Het betekent ook dat de gespaarde
gelden ten goede van de politie dienen te komen. Dat wil
niet zeggen dat we ze zo snel mogelijk moeten opmaken, maar
daar waar het verantwoord en nodig is, doen wij U terzake
voorstellen. Overigens moet ik U, in aansluiting op de
vraag van de heer Garritsen, zeggen, dat ten aanzien van
het financiële beleid van de politie op dit moment geen uit
spraak onzerzijds gedaan kan worden. Waarschijnlijk zullen
nog in de loop van deze maand de bewindslieden van Binnen
landse Zaken en Justitie de besluiten bekend maken met be
trekking tot de toekomst van de regionale politiekorpsen.
Dat betekent op de eerste plaats dat wij ons stedelijk poli-