2 0 DECEMBER 1990 602 Akkoord. Benoemd als lid van het college van regenten van de stichting het voormalig gasthuis te Breda zijn: 1. de heer dr. F.B.J. Zeegers; 2. de heer mr. P.C.E. van Wijmen; 3. mevrouw mr. E.J. Wijnands. 289. HEROVERWEGEN VAN DE SUBSIDIERICHTLIJNEN VOOR HET TER REIN VOLKSGEZONDHEID OP GROND VAN DE SUBSIDIEVERORDE NING WELZIJN 1987. 290. FINANCIëLE AFWIKKELING LIQUIDATIE JEUGDTANDZORG Akkoord 291. GEMEENTELIJKE KREDIETBANK IN DE JAREN 1990. Mevrouw HEERKENS Bij dit nu voorliggend voorstel staat voorop dat door uit breiding van het dienstenpakket van de kredietbank, zowel mensen met minimum inkomens alsook mensen die net boven het minimum uitkomen bij de kredietbank terecht kunnen voor de kleinere kredieten. En dit alles tegen gunstiger renteper centages dan die van commerciële instellingen, waarbij wij tevens opmerken dat de doelgroep waarover wij het hier heb ben niet of nauwelijks terecht kan bij diezelfde commer ciële instelling. Gevolg is dat een aantal mensen probeert kredieten te verkrijgen bij dubieuze particuliere instellin gen die op deze manier leuke winsten kunnen maken. Ik denk dat de kredietbank dan een bonafide alternatief kan bieden. Naast deze uitbreiding met het verlenen van normale kredie ten wordt ook de mogelijkheid geopend voor een doorlopend krediet. Uit ervaring, ook als lid van de commissie sociale zekerheid, weet ik dat hieraan zeker behoefte is en dat het heel belangrijk is om het kopen op krediet bij postorderbe drijven op deze manier tegen te gaan. Op termijn bestaat ook de mogelijkheid dat door uitbreiding van zowel het werk pakket als ook de uitbreiding van het werkgebied dat de kre dietbank selfsupporting wordt. Dat is mooi meegenomen, maar het staat voor ons niet voorop. Voorop staat en blijft staan de sociale insteek van de kredietbank en dat wijzigin gen passen in de landelijke ontwikkelingen naar grote regio nale volkskredietbanken. Naar aanleiding van dit voorstel willen wij nog een enkele opmerking maken ten aanzien van de gehanteerde rentetarieven. Personen die over een beperk te aflossingscapaciteit beschikken, kunnen nu nog een be roep doen op een regeling die de borgstelling inhoudt van de sociale dienst. Naar alle waarschijnlijkheid vervalt de ze regeling binnenkort en kan de hoogte van de rentetarie ven voor de minima betekenen, dat ze zonder borgstelling met een te hoog bedrag maandelijks moeten aflossen. De P.v.d.A. heeft het college verzocht om, wanneer deze situa tie zich gaat voordoen, toch nog eens de mogelijkheden van differentiatie in rentetarieven te onderzoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 602