20 DECEMBER 1990 603
Mevrouw BROSKY-WESTDORP
Na de commissievergadering die wat onze fractie betreft
niet voldoende duidelijkheid heeft opgeleverd, heb ik de
uit 198 6 daterende beleidsnotitie G.K.B. nog eens bekeken.
Deze raad had in 1983 na aanvankelijke plannen om de G.K.B.
op te heffen, juist het tegenovergestelde besloten, te we
ten niet alleen handhaving van de G.K.B., maar ook uitbrei
ding van het takenpakket en wel in dier voege dat ook zou
worden overgegaan tot het verstrekken van normale compense
rende winstgevende kredieten, sociale kredieten, schuldsane
ringskredieten en mogelijkheden tot schuldbemiddeling. Waar
aan werd toegevoegd dat uit deze taken geen specifieke doel
groep zou voortvloeien. Gesteld kon worden dat de bank open
stond voor iedere Bredase burger die van de mogelijkheden
van de kredietbank gebruik wenste te maken. In april 1986
heeft deze raad echter op grond van de opgedane ervaringen
met die uitbreiding van het takenpakket besloten de doel
stelling van de G.K.B. te wijzigen in die zin, dat er uit
sluitend sociale kredietverstrekking zou plaatsvinden aan
burgers met een minimuminkomen en een en ander op goed gemo
tiveerde gronden. Nu, december 1990, wil het college dus
blijkbaar weer terug naar de situatie van voor april 1986.
Weer normale kredieten verstrekken en tevens uitbreiding
met het revolverend krediet. Dit wordt gemotiveerd en onder
bouwd met: veel gemeenten - en U noemt er 17 met een groot
te van of groter dan Breda - onderschrijven de lijn zoals
door de N.V.V.K. (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet)
uitgezet, en: een instrument als de G.K.B. kan in Breda
niet gemist worden. Over dat laatste zegt de C.D.A.-frac
tie: uiteraard, een uitstekende zaak, we zijn het met U
eens. En: de G.K.B. heeft een eigen plaats verworven in het
totale gemeentelijke minimabeleid. Onderdeel 1 van het voor
stel betreft de uitbreiding met normaal en revolverend kre
diet. Met betrekking tot normaal krediet verwijs ik naar de
jaren 1983-1986 en de toen opgedane ervaringen. Met betrek
king tot het revolverend krediet schrijft het college in
een nota dat dit nog onderwerp van studie is in de werk
groep produkt ontwikkeling van de N.V.V.K. en dat nog dit
jaar een advies komt van die werkgroep om deze vorm van kre
dietverlening in het dienstenpakket op te nemen. Maar U
voegt daaraan ook onmiddellijk toe dat U het een goede zaak
acht nu reeds een voorstel tot uitbreiding van het diensten
pakket met déze kredietvorm te doen zodat de cliënt een al
ternatief wordt geboden om zijn consumptieve behoefte op
minder dure wijze te bevredigen en U doet de toezegging dat
U deze raad op de hoogte zult houden van de landelijke ont
wikkelingen op dat terrein. De vraag van de C.D.A.-fractie
is: heeft de Bredase burger behoefte aan deze uitbreiding,
zijn daarover gegevens beschikbaar, denkt het college de
doelgroep waarvoor deze uitbreiding is bestemd ook daadwer
kelijk te kunnen bereiken? Het tweede onderdeel van het
voorstel gaat over de uitbreiding van het werkgebied. De
commissie toekomst volkskrediet kan wel aardige prognoses
neerschrijven maar wat is de West-Brabantse realiteit, is