16 FEBRUARI 1990
60
niet willen ontkennen. Eens verduidelijkte U: "Ik hoop dat,
als straks mijn tijd hier erop zit, men evenals dat in Ven-
lo het geval was, zal zeggen: jammer dat U weggaat". Inder
daad, wij vinden het jammer dat U weggaat. U gaf leiding,
bood steun en vormde een inspiratiebron. Weet, dat Uw werk
hier niet voltooid is, maar dat door U en onder U veel is
bereikt voor onze stad. Vele zaken, die in de nabije toe
komst voor nieuwe uitdagingen en mogelijkheden zullen zor
gen. Ook op provinciaal niveau is dit onderkend, hetgeen
heeft mogen resulteren in de toekenning van de Penning van
Verdienste van de Commissaris van de Koningin in onze pro
vincie. Frans en José, jullie gaan terug naar jullie gelief
de Limburg. Wij vertrouwen er desondanks op, dat jullie Bre
da veelvuldig zult blijven bezoeken. Graag willen wij de
herinnering aan onze boeiende, vitale en gastvrije stad,
"parel van het zuiden", levendig houden door middel van een
geschenk dat aansluit op je levendige belangstelling voor
kunst. Na een indringende speurtocht, verricht door de di
recteur van de Beyerd, Frank Tiesing, mag ik je een aquarel
van Pierre Alechinsky overhandigen. Pierre Alechinsky was
van Russisch-Belgische afkomst en was samen met Karei Ap
pel, Constant, Corneille oprichter van de groep die later
als Cobra wereldbekend zou worden. De eerste keer dat Ale
chinsky in Nederland exposeerde was in 1949 in het Stede
lijk Museum in Amsterdam en de toenmalige directeur Willem
Sandberg gaf een aantal jonge experimentele kunstenaars de
ruimte. Cobra was geboren en tegelijkertijd werd deze ten
toonstelling waarschijnlijk internationaal de meest bespro
ken presentatie van na-oorlogse kunst die ooit werd gehou
den. Cobra is een begrip geworden in de moderne kunst. Pier
re Alechinsky ontbreekt in geen enkele verzameling van welk
museum voor moderne kunst waar dan ook, als schilder en als
graficus. Wij weten dat U van zijn werk houdt. Als verzame
laar bezit U werk van hem. Wij prijzen ons gelukkig dat de
heer Alechinsky op ons verzoek een keuze uit zijn oeuvre
heeft willen maken. Hij kwam tot een aquarel die ik U graag
namens de stad wil aanbieden. Beschouw het als een dankbe-
toon van alle Bredanaars. Wij danken jou, je vrouw en je
kinderen. Het gaat jullie allen goed.
De heer GOOS
Heer en mevrouw Feij, familieleden, dames en heren. Als nes
tor van de raad wil ik U mede namens mijn collega's graag
bij dit afscheid kort toespreken. Toen op 11 juni 1983 be
kend werd dat Uw voorganger, burgemeester Merkx, zou gaan
terugtreden en afscheid nam in deze raadzaal op 24 november
van dat jaar, keek geheel Breda, maar zeker ook de raad van
toen, ontzettend belangstellend uit naar zijn opvolger, met
wie wij in de toekomst zouden mogen samenwerken. In deze
ruim 60 jaar oude en veel gebruikte raadzaal was U de zesde
burgemeester die werd geïnstalleerd. Overigens heeft het
wel even geduurd, alvorens U kwam, ruim driekwart jaar. De
bevolking begreep dat wellicht niet en het is naar onze me
ning ook een slechte zaak voor het imago van het burgemees
terschap en de geloofwaardigheid van diegenen die zich in