2 0 DECEMBER 199 0
619
Wat ik in ieder geval vanuit mijn fractie zou willen bena
drukken, is de kleinschaligheid die we hiermee toch zouden
moeten bereiken. Ik heb aan de wethouder in de commissie ge
vraagd om bij de evaluatie na een jaar ook te bekijken of
je een maximum bedrag per project zou kunnen afspreken en
wij gaan ervan uit dat het bij de evaluatie nog verder aan
de orde zal komen.
De VOORZITTER
Aan het woord is nu de wethouder van ruimtelijke ordening.
Vanavond in de persoon van de heer Römkens. Mevrouw Rattink
is vanwege ziekte afwezig.
Wethouder RÖMKENS
Geheel sprekend in de geest van collega Rattink kan ik kort
in de richting van de heer Van Dongen en ook in de richting
van mevrouw Heessels zeggen dat de toegezegde evaluatie en
rapportage via de commissie aan de raad zal worden aangebo
den waarbij de elementen die zijn toegezegd ook nadrukke
lijk zullen worden betrokken. Een ander punt dat ik met na
me in de richting van de heer Van Dongen toch wel wil opmer
ken is dat het hier gaat om een krediet 1990, gecreëerd uit
de restantkredieten en dit betekent niet, mijnheer Van Don
gen, dat hiermee een preprioriteit voor 1991 en volgende ja
ren is gecreëerd. Daarover zullen zonodig afzonderlijke
voorstellen aan de raad worden voorgelegd en het is de raad
die uiteindelijk beslist of we hiermee doorgaan. Dat U
80.000,niet kleinschalig noemt, daarover ben ik het
met U eens, maar de problematiek rechtvaardigt het om dit
krediet hierin onder te brengen. Voor het overige zal het
periodiek terugkeren van een dergelijk krediet voor deze
niet onder stadsvernieuwingswijken vallende kleinschalige
aanpak, te realiseren op basis van objectieve criteria, bij
het meerjareninvesteringsplan ter discussie komen.
De heer W. VAN DONGEN
Een hele korte opmerking. Dat ook de C.D.A.-fractie niet
voor preprioriteit is weet de wethouder van financiën heel
goed. We zullen dat bij het nieuwe investeringsplan 1991 op
nieuw moeten bezien, vandaar ook mijn opmerking dat de af
wikkeling en de hoogte en de aard van de in dit programma
opgenomen klachten, in relatie met wat er in de reguliere
onderhoudspost zit, in relatie met wat in de reguliere in
vesteringscapaciteit zit, zo van groot belang is. En tegen
die afweging zal straks opnieuw moeten worden bekeken of
voor dit project opnieuw geld wordt gereserveerd en in wel
ke omvang. Daarnaast blijf ik het van groot belang vinden
dat we, als we de aanpak van klachten gaan doen, ook tot
een zorgvuldige en adequate schriftelijke afhandeling over
gaan, want dat is aan deze procedure inherent en van groot
belang.
Wethouder RÖMKENS