20 DECEMBER 199 0 627 ken, bij bouw- en woningtoezicht, bij de welstandscommissie en bij ruimtelijke ordening bekend moeten zijn, dan ga je toch niet vrolijk, om het maar zo te zeggen, om de tafel zitten met mensen - aan het einde van de rit - die een plan komen presenteren, hetgeen in feite sloop van die panden be tekent: dat kun je toch in feite niet maken! En dan schrik ik toch ook wel van de wethouder cultuur die dan zegt: ja, formeel kan het allemaal wel, want als iemand naar openba re werken gaat en komt met een bouwplan om een woning in mijn tuin te zetten, dan wordt dat gewoon beoordeeld, dat kan. Dat zal wel worden afgewezen omdat het in het bestem mingsplan niet past of dat soort dingen. Maar waar het na tuurlijk om gaat is dat je dat soort zaken natuurlijk nooit moet doen. Het is vaker hier gezegd - het verhaal van de heer Adank komt denk ik niet alleen van hem vandaan, dat heb ik weieens vaker hier gehoord - ach, je beoordeelt het gewoon, voor de rest geen consequenties! Ik denk dat het toch anders is. Op het moment dat je weet dat die panden be houden moeten worden, en je in Breda praat over de struc tuur van de binnenstad, en met name over de deelnota monu menten waarin je het hebt over het behoud, de uitbreiding van het beschermd stadsgezicht, dan moet je als dienst open bare werken ook op die wijze handelen, dat je ondubbelzin nig duidelijk maakt dat je niet gaat praten over, zelfs niet aan het eind van de rit, sloop van de panden en dat je kijkt naar een andere invulling. Dat soort zaken moet je ab soluut niet doen en je moet in het begin van de rit al dui delijk maken dat wij die zaak willen behouden. En als de heer Koekkoek dan zegt dat we allemaal toch wel weten met wie we te maken hebben dan denk ik: als je dat dan zo goed weet dan zul je de instrumenten die je hebt moeten gebrui ken. Ik heb het college gevraagd - helaas is deze vraag nog niet beantwoord, maar dat zal mogelijk wel komen - eens te kijken naar een van de instrumenten - en dan weet ik best dat in de fase waarin we nu zitten of misschien op het moment dat ik die vragen stelde de fasen al lang waren ge passeerd - naar het aanschri j vingsbeleidDat is een van die zaken die ook bij het structuurplan binnenstad wordt ge noemd en heel uitdrukkelijk in de deelnota monumentenbe leid. Ga daar nu eens wat mee doen. Ik heb het al eens eer der in de raad gezegd, ook bij de discussie over het aan schri j vingsbeleid. Er wordt steeds gezegd dat je het op een andere manier wel kunt doen. Dat zal in een aantal situa ties best lukken maar er zijn situaties - en in deze situa tie waarvan de heer Koekkoek dan zegt en dat zal misschien ook best wel in het college leven, dat weet ik niet: je hebt met iemand te maken die het alleen maar om het gewin te doen is - waarvan ik denk dat je alles uit de kast moet halen om te zorgen dat je die maatregelen neemt die echt noodzakelijk zijn. En dan is het natuurlijk toch wel een beetje slordig, en dan zeg ik het heel voorzichtig, om het als college op de monumentenlijst te zetten op het moment dat de eigenaar, inmiddels een ander, het pand voordraagt om te slopen en met een nieuw plan te komen. Dus hij vraagt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 627