2 0 DECEMBER 1990 628 een sloopvergunning aan en een week later zet je de panden op de monumentenlijst. Je kunt zeggen dat daarvoor moed no dig is. Ik denk zelf dat het toch wel een beetje falend be leid is dat je er dan op dat moment mee komt. Dat is ook die belangenafweging waarop de commissie voor bezwaar- en beroepschriften in feite wijst. Je praat als dienst ermee, je laat de welstandscommissie nog praten, je gaat met een invulling komen. Dan denk ik nogmaals: dat kan niet de be doeling zijn. Verschillende partijen en fracties hebben hier gezegd dat je moet voorkomen dat het een derde keer ge beurt. Je kunt het wel afwegen en je kunt zeggen dat er in Breda toch nog heel wat panden worden behouden, maar dit soort, noem het maar kapitale gevels in Breda waarvan je had gehoopt dat deze zouden kunnen blijven bestaan: dat is in feite al één keer te veel. Wij hebben toen beloftes ge kregen met Sunny Cottage. Er is nog een aantal panden dat denk ik er ook aan zit te komen om hetzelfde lot te onder gaan. Vandaar dat wij denken dat het goed zou zijn om niet alleen te zeggen dat er een betere coördinatie komt tussen de verschillende diensten, maar dat je nu eens daadwerke lijk gaat kijken hoe het heeft gespeeld, hoe het nu moge lijk is geworden dat datgene wat je politiek, als college, als raad, wilt niet haalbaar is geweest. Dus: beoordeel nu eens of je maximaal gebruik hebt gemaakt van de mogelijkhe den die er zijn. Ik denk dat zo'n beoordeling heel goed zou kunnen gebeuren door een extern onderzoek. Daarbij denk ik - en dat hoeft echt niet zo uitgebreid te zijn - aan iemand met deskundigheid op het gebied van monumenten en ruimtelij ke ordening en aan een jurist, om nog eens heel specifiek uit te zoeken hoe het binnen Breda is gelopen en welke ver beteringen moeten worden aangebracht. De heer Koekkoek zegt dat cultuur meer greep moet krijgen op openbare werken, maar je gaat er toch niet voor pleiten om van bouw- en wo ningtoezicht een onderdeel te maken van cultuur om er op die manier greep op te krijgen? Ik denk dat je toch met wat gescheiden verantwoordelijkheden zit, maar je moet wel kij ken hoe die coördinatie en die afstemming in feite plaats gaan vinden. In de hele verantwoording van het college, ook in de commissie van de wethouder, heb ik weinig aangetrof fen dat me moed geeft voor de toekomst. Vandaar dat we met een motie willen komen, een hele beperkte. Ik denk dat de raad, wil zij het een klein beetje serieus nemen, zegt dat het niet meer kan. Normaliter is het gebruikelijk om een mo tie in tweede termijn in te dienen maar ik wil het in eer ste termijn maar doen om er mogelijk nu al een reactie op te krijgen. Datgene wat we vragen is heel hard nodig om in de toekomst te weten welke instrumenten we nodig hebben. Eén opmerking nog erover. We praten allemaal over beschermd stadsgezicht. Ik heb eens begrepen dat je het best kunt in voeren, maar op het moment dat er geen bestemmingsplan on der ligt betekent het in feite formeel-juridisch helemaal niets. We maken ons dan vaak blij met een dode mus omdat een beschermd stadsgezicht geen instrument is zonder dat er een bestemmingsplan onder ligt, om maar één punt te noemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 628