2 0 DECEMBER 1990 630 - een extra onderzoek in te stellen naar het gevoerde be leid inzake het behoud van de panden Sophiastraat/Kennedy laan, - onderdeel van dit onderzoek moet zijn: a. een beoordeling of er maximaal gebruik is gemaakt van de bestuurlijke en juridische middelen om de betreffen de panden te beschermen; b. advisering of er bestuurlijke en/of juridische aanvul lingen nodig zijn om een monumentenbeleid te voeren waarbij het uitgesloten wordt dat waardevolle panden welke we behouden willen door sloop worden bedreigd; c. onderzoek naar de coördinatie en afstemming van be stuur, diensten en afdelingen die het monumentenbeleid moeten bepalen en uitvoeren en daarbij eventueel aanbe velingen op te nemen tot verbetering; en gaat over tot de orde van de vergadering. en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER De heer Garritsen heeft een motie ingediend namens zijn fractie. Die motie is inmiddels vermenigvuldigd en zal wor den rondgedeeld en maakt daarmee onderdeel uit van de be raadslagingen Wethouder ADANK De zaak Sophiastraat/Kennedylaan is voor ons college van zo danig belang dat we daarvoor een toch vrij principiële dis cussie hebben gevoerd en een aantal principiële zaken daar bij aan de orde hebben gesteld zoals het monumentenbeleid, met in het achterhoofd de beleidsnota monumenten welke vo rig jaar door de raad is vastgesteld. Er is geconstateerd dat de relatie tussen de verschillende diensten - cultuur, openbare werken - niet optimaal is. Dat hebben we ook in de commissie trachten toe te lichten. Anderzijds hebben wij als college heel duidelijk en nadrukkelijk uitgesproken en dat is dan geen theorie, maar we zullen dat praktizeren in het voorjaar van 1991, dat de uitvoering van de nota monu mentenbeleid gestalte moet krijgen in concrete daden. Om nu te zeggen dat de onderhavige panden waarover wij het op dit moment hebben, eerder op de monumentenlijst hadden moeten worden geplaatst is wat tegen de geschiedenis in omdat die panden niet eerder geplaatst hadden kunnen worden. In ieder geval niet ruim eerder dan 1990. De gemeente beschikte niet eens over een juridisch kader om die panden te plaatsen. Er was bijvoorbeeld tot 1986 geen onafhankelijke adviescommis sie in dezen. Het college is er steeds duidelijk vanuit ge gaan en dat blijkt uit de onderliggende stukken, gelet op de subsidietoezeggingen tot tweemaal toe, dat de panden be houden zouden blijven, in ieder geval de voorgevels van de ze panden. Deze vormden voor ons toch zo'n groot belang dat een uiterste poging moest worden gedaan om die gevels te be houden, ook toen al bleek dat het fysiek nauwelijks nog mo gelijk was gezien de situatie zoals die nu is, de ruïneuse

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 630