20 DECEMBER 1990 632 tenman weet het niet als er bij openbare werken aan de deur wordt geklopt voor een sloopvergunning of een bouwvergun ning. Ik heb U toen ook gezegd dat er een lampje had moeten gaan branden en dat iemand zeer alert had moeten reageren om minimaal die instanties en sectoren te waarschuwen die tijdig maatregelen hadden kunnen treffen of dat in ieder ge val hadden kunnen melden. Vandaar, en dat is een toezegging bij de begroting van enkele maanden geleden, dat er nu op bouw- en woningtoezicht iemand zit die, als het gaat om sloopvergunningen of bouwvergunningen en een relevante vraag of het wel of geen monument is, het dan ogenblikke lijk kan kortsluiten met de sector cultuur, die op instiga tie van openbare werken dan actie kan ondernemen in gezamen lijkheid. Het standpunt van het college ten aanzien van de hoek was bij de diensten bekend. Het is duidelijk dat de di recteur van openbare werken in een aantal onderhandelingen steeds het voorbehoud heeft gemaakt - dit is de discussie die we meer hebben gehad - onder goedkeuring van het colle ge en van de raad, en dat niet, dat is duidelijk, in alle onderhandelingssituaties en verzoeken die bij de diensten binnenkomen, ogenblikkelijk zwart op wit wordt gezet dat een en ander, hoe men ook met elkaar spreekt, gebeurt onder voorbehoud van het fiat van college en raad. Dat zou een groot gedeelte van het sociaal en maatschappelijk verkeer maar ook de verzoeken die binnenkomen en het klantvriende lijke dat openbare werken zo duidelijk als optie kiest, frustreren. De heer DE LEEUW Even bij interruptie. Maar één van de belangrijkste zaken waar het hier op misloopt is het gebrek aan dossiervorming. Men heeft veronderstellingen gehad, men weet niet waar men precies aan toe was en daaruit put men nu stappen om tot dit besluit nu te moeten komen. We vragen niet dat elke zin op papier wordt gezet, we vragen niet of je dan zeer cliënt- onvriendelijk bezig wilt zijn, maar wat we vragen is: werk aan dossiervorming, zorg dat de afspraken er wel liggen. Dat kan in korte bewoordingen maar dan is iedereen op de hoogte en kom je niet voor verrassingen te staan. Wethouder ADANK Ja, dat ben ik met U eens, vandaar dat we dat ook zullen meenemen bij de besprekingen in januari/februari als we ons toch nadrukkelijker gaan bezighouden met die kortsluiting, met die afstellingsproblematiek tussen openbare werken en cultuur. Als de heer Koekkoek dan zegt: waar was de sector cultuur op het moment dat het een en ander aan de gang was, dan moet ik daar toch duidelijk in zijn: de sector cultuur was bezig met de uitvoering van het beleid zoals dat was ge formuleerd in de beleidsnota monumenten. Dat staat even los van de problematiek waarover wij nu spreken. Anders zou het zijn alsof vanuit de verantwoordelijkheid van cultuur het monumentenbeleid niet voldoende aandacht heeft. Ik heb U ook in een korte notitie vlak voor de commissievergadering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 632