2 0 DECEMBER 1990
637
worden en de monumentennota in dezen is het beleidsinstru
mentarium. Met de uitvoering daarvan zijn wij volop bezig.
Dit is een onderdeel daarvan. Ik heb dat zo straks ook even
losgekoppeld van dit ene geval. Wat betreft de motie, zoals
die nu op tafel ligt, het volgende. Aangaande een aantal za
ken, als het gaat om welke weg het college gaat bewandelen
om deze zaken te voorkomen, denk ik dat er duidelijk in
mijn beantwoording - ook in de commissie - handvatten zijn
om daarover duidelijkheid te geven. Daaraan voegt naar mijn
mening de motie niets toe. Wat betreft de opmerking van de
heer De Leeuw over de rol van het extern advies, het vol
gende. We hebben gezegd dat we vooral duidelijk willen krij
gen hoe en op welke wijze het architectonisch en stedebouw
kundig belang van die bewuste hoek kan worden gehonoreerd,
maar dan ook met de juridische consequenties en ook met de
financiële consequenties. Dat wordt begin 1991 uitgezocht.
Daarmee zijn de opmerkingen in tweede termijn beantwoord.
De heer DE LEEUW
Voorzitter, even nog, er is één vraag blijven liggen: de
dossiervorming. Ik zou graag daarover toch een toezegging
willen hebben.
Wethouder ADANK
Ik denk dat ik in eerste termijn daarop een antwoord heb ge
geven. De gebiedsplannen, zoals de monumentenadviesraad ze
heeft aangeboden aan het college, zoals ze ook ter kennisna
me zijn gebracht aan de commissie - er volgen er nog twee -
bieden voldoende houvast om het beleid, zoals het in de mo
numentennota is geformuleerd, gestalte te doen krijgen en
daar kunnen we een stuk dossiervorming onder leggen.
De heer DE LEEUW
Ik denk toch dat de vraag een beetje gaat zweven, of niet
goed aankomt in ieder geval. Waar het in deze hele zaak om
gaat is dat er op bepaalde momenten - dat heeft de wethou
der ook gesteld - verwachtingen zijn gewekt. Verwachtingen:
daar kun je juridisch geen kant mee op. Als je nu zorgt dat
je van de afspraken die je maakt een dossier vormt, dan heb
je voldoende achter de hand om duidelijk te maken waar je
staat en hoe je staat en dat is belangrijk in zo'n procedu
re. Dat zien wij graag toegezegd.
Wethouder ADANK
Ik zeg U toe dat dat onderwerp op de bijeenkomsten met de
monumentenoverleggroep aan de orde is. Dan kunnen we daar
over spreken. Bouwvergunningen en sloopvergunningen komen
terecht bij openbare werken. Cultuur moet van daaruit als
het gaat om de verantwoordelijkheid voor monumenten, snel
de juiste informatie krijgen en daarover moeten we met el
kaar spreken.
De VOORZITTER