16 FEBRUARI 1990 64 is. Er is een aantal zaken dat denk ik, voor een burgemees ter wel van belang is en dat is toch de wijze waarop hij om gaat met de bevolking van Breda. Los van de kleine inciden ten, die er zijn geweest, geeft het toch een bepaald beeld van een burgemeester en ik denk, dat u daarin toch ook niet. Wethouder ADANK Voorzitter, ik dacht dat de drie minuten om waren. De heer GARRITSEN Ik ben met mijn afronding bezig. Ik vind, dat u daarin toch duidelijk tekort geschoten bent. Tot slot wil ik van mijn kant nog een excuus maken. Ik las in de krant, dat ik iets naar voren gebracht had of in de publiciteit gebracht had. Dat is niet helemaal juist. Ik had bij de Bredase Revue iets gehoord over uw jachtgeweer. Het blijkt... VOORZITTER (de heer SANDBERG) Mijnheer Garritsen, zullen we er nu een eind aan maken. De heer GARRITSEN Het blijkt dat U dat geweer, zoals U in de krant zei, niet ingeleverd had en dat U dat jachtgeweer gewoon verkocht had. Ik wil U als afscheidscadeau dan toch nog een geweer aanbieden, maar dan wel een gebroken geweer, zodat U niet met lege handen naar Limburg teruggaat. WETHOUDER ADANK Ik neem aan, dat dit ook het afscheid is van de heer Garrit sen. VOORZITTER (de heer SANDBERG) Dames en heren, dan wilde ik graag nu onze burgemeester uit nodigen voor de laatste maal in deze raadsvergadering het woord tot ons te richten. De heer FEIJ Dames en heren, leden van de raad, en ook U, gasten, die met Uw aanwezigheid zoveel luister bijzet aan deze vergade ring. Ik heb thuis een hele mooie speech liggen, maar ik heb vanmorgen besloten om hem thuis te laten en niet voor te lezen, maar om op dit moment vanuit het hart enkele op merkingen te maken. Afscheid vieren is, zoals een Frans ge zegde luidt: "Een beetje sterven". En vandaag, ondanks het feestelijke karakter van deze bijeenkomst, ondanks de vrien delijke woorden, die aan mijn adres gericht zijn en de aan geboden geschenken, zal het duidelijk zijn, dat het toch een dag van weemoed is. Nu heb ik weliswaar met veel enthou siasme een aantal nieuwe functies aanvaard en dat behoedt mij ook voor een nostalgisch nazwijmelen over het verleden. Toch denk ik, dat dit niet afdoet aan het feit, dat ik van daag officieel een punt zet achter een 44 jaar lange loop baan in dienst van de overheid, waarbij ik bijna 30 jaar het mooie ambt van burgemeester in vier gemeenten mocht uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 64