16 FEBRUARI 1990
67
ook goed past op zijn wethouders, die zich zo geweldig in
zetten voor deze stad en waarvan voor velen in de stad en
ook Uw raad het vaak niet helemaal duidelijk is, hoe hard
zij bezig zijn en hoeveel energie zij in die activiteiten
stoppen. In U secretaris, dank ik niet alleen Uw voorgan
gers, de heer Van den Dam en de heer Van Asperen, maar heel
het ambtelijk apparaat. Ik heb de stellige indruk dat wij,
samen met onze ambtenaren, erg veel goeds hebben kunnen
doen en ik bewaar daaraan de allerbeste herinneringen. Ten
aanzien van de politie hoop ik dat het besef zal groeien
dat het gevoerde beleid, en ik ben dankbaar dat U mij daar
in steeds hebt gesteund, zal leiden tot een verlaging van
de criminaliteit, maar óók dat het voor de politiemensen
zelf binnen het korps tot een betere en meer leefbare situa
tie zal leiden. Ik ben daar vast van overtuigd. Immers,
toen ik hier kwam was de situatie bij de brandweer verge
lijkbaar. Ook in een diep dal en dankzij de goede samenwer
king, de kredieten die U beschikbaar hebt gesteld en de vol-
houdendheid van het college een rechte lijn door te zetten,
zijn we op weg naar een uitstekend brandweerkorps. De ont
vangst die mijn echtgenote en mij afgelopen maandag op de
kazerne ten deel is gevallen, was hartverwarmend. Ik ben
daar dankbaar voor. Nog dichter bij huis: ik zou tekort
doen wanneer ik niet de twee afdelingen vermeld, die mij
zeer na hebben bijgestaan. Op de eerste plaats de afdeling
bestuurlijke en juridische zaken, eerst onder leiding van
de te vroeg gestorven heer Kersten en nu onder leiding van
de heer Van den Wijngaard, die mij met hun deskundige be
leidsadviezen in de afgelopen jaren buitengewoon hebben ge
holpen. En dan nog dichterbij: mijn kabinet dat mij in de
zelfde mate als ook BJZ heeft bijgestaan. En in het bijzon
der, neemt U dat niet kwalijk, noem ik dan ook een naam, na
melijk de naam van de huidige kabinetschef, Annelies de
Wit, die op dezelfde dag als ik is aangetreden, 1 juli 1984
en die met mij lief en leed, ook op het terrein van de poli
tie, gedeeld heeft. Ik ben haar en haar kabinet daar zeer
dankbaar voor. Ook dank ik in haar, want ik begrijp dat zij
de centrale coördinatie van deze dag heeft, alle medewer
kers die deze dag voor mij tot een onvergetelijke maken.
Tenslotte natuurlijk mijn secretaresses Ineke, Miranda, Ve
ra en Clazien, die mij zeer goed en trouw hebben terzijde
gestaan en die ik ook vaak tot wanhoop heb gebracht, maar
die toch duidelijk hebben gemaakt, dat ze graag voor mij ge
werkt hebben. Dat ik onlangs met 10 bestuurssecretaresses
op stap was vonden zij maar ook ik, buitengewoon aangenaam;
op de burgers zal het een uiterst vreemde indruk hebben ge
maakt. Maar de dag met de bus naar Maastricht met het kabi
net en met BJZ, is ook een dag geweest waaruit blijkt hoe
veel genegenheid wij in de afgelopen jaren hebben opge
bouwd, en dan een zingende adjunct-secretaris en de bus,
wat kun je nog meer hebben? En tenslotte natuurlijk de bo
des Christ en Wil en ook mijn bodechauffeur Kees, die mij
zo vaak bij nacht en ontij gebracht heeft, daar waar ik
zijn wilde. Ook zij hartelijk dank. Tenslotte dank, jij
Ruud en U mijnheer Goos, de hoogste, die durf ik niet te tu-