6 MAART 1990
74
Dat betekent dat mijn algemene beschouwing dan ook inder
daad een beschouwend karakter zal hebben en dat er geen
moeilijke tweede termijn wat mij betreft te verwachten is.
Het onderdeel: "terugblik" wil ik beginnen met het aantre
den van deze raad ongeveer vier jaar geleden. Het was voor
waar een niet al te vrolijk perspectief waarmee de raad ge
confronteerd werd. Er waren toen al H.U.G.-bezuinigingen
tot een totaalbedrag van f 29,2 miljoen doorgevoerd. Er wa
ren echter nog meer bezuinigingen te verwachten en de ge
dachten in 1986 waren, dat voor 1990 een structureel tekort
van f 10 miljoen verwacht kon worden, terwijl de risico's
gedacht werden in de grootte van f 55 miljoen, de reserves
(althans vrij inzetbaar) 20 miljoen. Dat betekende op dat
moment een geschat tekort van f 35 miljoen. Een heel groot
bedrag. Het structurele tekort 1990 werd in het jaar 1987
nog erger gedacht: f 12,2 miljoen. De enige oplossing leek
op dat moment een nieuwe heroverwegingsoperatie. Wij hebben
toen wat capaciteitsverbetering gehad in de o.g.b.-sfeer en
de goodwill Enwa. Dat herinnert U zich wellicht wel. Dat be
tekende dat destijds de bezuinigingen ingezet moesten wor
den op f 8,8 miljoen. Daarbij was er een aantal randvoor
waarden dat ook al bij de besprekingen rondom het program
akkoord aan de orde kwam: ondermeer een sluitende begro
ting (en niet, zoals enkele andere partijen in deze raad,
een op termijn sluitende begroting)en een uiterst terug
houdend begrotingsbeleid. Dat betekent in feite: oud voor
nieuw inruilen. Dat alles was samengevat in een strakke fi
nanciële politiek als basis voor eer verbetering van de fi
nanciële positie, die daarna ook opgetreden is. Een aantal
bezuinigingen kon door die verbetering van de financiële po
sitie wellicht, althans gevoelsmatig, achterwege blijven.
De prikkel ging kennelijk ontbreken. Ik kom straks nog even
erug op het gevaar dat dat oplevert. Een aantal andere be
zuinigingen was gewoon niet mogelijk. Ik herinner U aan de
sociale dienst waar dat duidelijk het geval was. Uiteinde
lijk werd van de f 8,8 miljoen, f 4,7 miljoen bezuinigd,
maar het ging dus financieel beter. Dat betekende dat aan
een aantal afspraken van het program-akkoord nu eindelijk
wat prijskaartjes gehangen konden worden. Ik noem U: perso
neelsbeleid, criminaliteitbestrijding, stedelijk beheer en
ook het ouderenbeleid. Maar daarnaast waren er ook wat on
derwerpen die 6f niet in het program-akkoord genoemd waren
öf een sterkere beklemtoning kregen en dat zijn ondermeer:
milieu, Breda stedelijk knooppunt (een toen vier jaar gele
den nog niet gedacht fenomeen)het minimabeleid en de auto
matisering. Ik kom nu aan het onderdeel: "vooruitzien".
Voor wat betreft het C.D.A. betekent de komende periode
geen grote breuk met de afgelopen periode, hooguit een klem
toonverlegging voor wat betreft de onderwerpen. Dat bete
kent dus ondermeer zo weinig mogelijk lastenverzwaring voor
de burgers, speciale aandacht voor de investeringen en voor
groot onderhoud. Meer dan tot dusver denken wij dat er bij
de sfeer van investeringen en onderhouds- en areaalproblema-
tiek gewerkt moet gaan worden met een meerjarenplanning.
Komt automatisch de vraag om de hoek kijken: wat is nu ei-