6 MAART 1990
76
structureel en eenmalige geld als voor wat betreft de aan
wending van de reserves. Het eenmalige geld voor de komende
periode: totaal f 5,8 miljoen, waarvan we voor 1991 conform
de besluitvorming maar f 524.000,inzetten. Het structure
le geld -extra- f 13,7 miljoen, waarvan we dus nu ook ruim
f 800.000,voor 1991 gaan inzetten, maar laat U niet ver
rassen door deze bedragen. In de besluitvorming van vana
vond zit ook al opgenomen per jaar f 1,2 miljoen "nieuw be
leid" en f 1 miljoen "onontkoombaar". Dat betekent dat we
ruim f 13 miljoen bijna f 9 miljoen daarin ingezet hebben.
Dat betekent dat naar het oordeel van het C.D.A. (U zult
dat ook in de trefwoordenlijst aantreffen) het niet steeds
méér kan zijn, heel nadrukkelijk met een beklemtoning op:
"dat het niet steeds meer kan zijn". Voorzover er al niet
een bezuinigingsronde is, en daar hebben we op dit moment
gelukkig niet zo heel veel mee te maken, betekent het toch
wel dat we de uitgaven die we doen steeds op nut en nood
zaak moeten blijven beoordelen, omdat we anders het risico
lopen dat we de burgers ten onrechte opzadelen met hogere
lasten dan eigenlijk nodig is. Ik kom toe aan een onder
werp met een zekere actualiteit - ook de heer Koekkoek
heeft daar al even op ingehaakt - namelijk het begrip: "so
ciale vernieuwing", maar dan geïnterpreteerd zoals dit op 2
maart jl. door het kabinet gepresenteerd is. Als ik het
goed begrepen heb betekent het dat er vanuit de gemeenten
maatwerk wordt verwacht op een aantal terreinen en genoemd
werden daarbij arbeid, scholing er, inkomen als een cluster,
de kwaliteit van de leefomgeving en de verbetering van de
doelmatigheid en kwaliteit van de voorzieningen. Gedeelte
lijk zijn daarvoor extra gelden beschikbaar. Wat betreft de
getallen van miljarden die uit de pers blijken: het gaat na
tuurlijk niet allemaal om extra geld. Er is gedeeltelijk al
beschikbaar geld. Ik zou U willen vragen of er binnen Uw
boezem, als ik die term mag gebruiken, al gedachten leven
hoe binnen Breda aan deze geconcentreerde punten aandacht
zal gaan worden besteed. En bovendien - misschien had ik
die vraag eerder hiervoor moeten stellen - of in Breda de
idee leeft dat Breda tot de eerste groep gemeenten zal moe
ten gaan behoren, die gaat werken met het begrip sociale
vernieuwing. Ik kom nu toe aan een aantal concrete vragen.
De eerste vraag staat niet op het lijstje, maar is zeer re
centelijk bij mij opgekomen, vandaar dat ik hem toch stel,
zij het dat deze niet geheel rechtstreeks met de Kadernota
te maken heeft. Ik heb vernomen dat de emancipatie advies
raad op dit moment niet erg goed kan functioneren, omdat de
beleidsmedewerker emancipatiewerk ziek is. Mijn vraag in
dat kader is: hoe denkt U dat te kunnen ondervangen? Ik heb
rechtstreeks gekoppeld aan de Kadernota een aantal vragen.
De eerste vraag betreft de knooppuntstatus van Breda. Ik
heb begrepen dat een vijftiental werkgroepen bezig is om
die knooppuntstatus uit te werken. Wanneer kunnen wij van
die werkgroepen de resultaten verwachten? Zijn er extra in
vesteringen te verwachten? Of, en ik denk dat dat wel het
geval is, als er investeringen naar voren gehaald worden,
wat zullen dan eventueel de consequenties daarvan zijn? Ik