6 MAART 1990 78 troon. En ik zou willen besluiten met een aantal woorden dat ook in de trefwoordenlijst staat: kiezen om te delen. De heer TAKS De Kadernota 1991 is, zo valt te lezen in de eerste zin van het inleidende hoofdstuk, iets beperkter van karakter dan de voorgaande Kadernota's. Deze karakteristiek van de Kader nota behoeft naar onze mening enige kanttekeningen van meer of minder kritische aard. Bij de vorige Kadernotabehande- ling is afgesproken dat de Kadernota voor 1991 nog door de oude raad zou worden behandeld. Om toch recht te doen aan de nieuwe samenstelling van de raad na de aanstaande verkie zingen zou de ruimte voor nieuw beleid worden open gelaten. De Kadernota zou dan beperkt blijven tot een geactualiseerd beeld van het financieel meerjarenperspectief en de risico- en reservepositie, alsmede een opsomming van onontkoombare knelpunten binnen het bestaande beleid om zo als handrei king te dienen voor de onderhandelaars over het program-ak koord. Op basis van de bij de onderhandelingen gemaakte af spraken zou het college in zijn nieuwe samenstelling de ver dere voorbereiding van de begroting 1991 ter hand nemen. Wij stellen vast dat de voorliggende Kadernota geheel en al aan die procedurele afspraak beantwoordt en ook inhoude lijk, in de woorden van het college: een ordentelijk ver trekpunt vormt voor de aantredende raad. Toch heeft de geko zen aanpak ook een schaduwzijde. Want over het in het vol gend jaar te voeren beleid, wordt ditmaal geen uitspraak ge daan door de raad, niet in zijn huidige samenstelling en ook niet in zijn nieuwe samenstelling. De principebeslissin gen daarover zullen immers door het nieuwe college worden genomen bij de begrotingsvoorbereiding. Het behoort naar on ze mening tot het wezen van de Kadernotamethodiek dat niet het college maar de raad de principebesluiten neemt over za ken als de aanwending van de ruimte voor nieuw beleid, de inzet van meevallers en dergelijke, en dat het college als dagelijks bestuur binnen dat door de raad bepaalde kader de begroting opstelt. In een verkiezingsjaar ontbreekt kenne lijk de tijd om na de installatie van de raad en voor het begrotingsberaad van het college de raad nog in de gelegen heid te stellen zich uit te spreken over een nader uitge werkte Kadernota. We hebben hiervoor begrip. Wij achten het onjuist om in verband met de Kadernota, waaraan zoals ge zegd het beleidsmatige hart ontbreekt, te spreken van een Kadernota van iets beperkter karakter. Naar onze mening is de voorliggende nota slechts een financiële nota en geen Ka dernota in de strikte zin zoals door ons bedoeld. Daarom vestigen wij er alvast de aandacht op dat de komende begro tingsbehandeling uitgebreider van opzet zal moeten zijn dan die van de begroting 1990, omdat de raad zich dan niet zal kunnen beperken tot de vraag of de begroting een met de be doelingen van de raad overeenstemmende uitwerking van de Ka dernota is. Voor de verdere toekomst spreken we de hoop uit dat de voor 1991 gevolgde procedure, waarmede wij zoals ge zegd instemmen, er niet toe zal leiden dat, al dan niet om practische redenen, verder afstand genomen wordt van de uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 78