6 MAART 1990 80 vele opzichten efficiënter is gaan werken, het aantrekken van de economie en de positieve effecten daarvan onder ande re op de grondexploitatie alsmede de sinds 1986 beëindigde onevenredige afwenteling van de rijksbezuinigingen op de ge meenten: dit laatste als resultaat van het toen gesloten be stuursakkoord tussen het rijk en de Vereniging van Neder landse gemeenten namens de gemeenten. Daardoor is er nu weer alle aanleiding om te geloven in een nieuwe periode van groei en ontwikkeling. Toch blijft daarbij naar onze me ning uiterste voorzichtigheid geboden. De economische toe stand is momenteel weer hoogst onzeker. De rente vertoont een stijgende tendens en het wachten is nog steeds op het nieuwe bestuursakkoord met het rijk. Naar de opvatting van de V.V.D.-fractie zal daarom het huidige voorzichtige finan ciële beleid de komende jaren moeten worden voortgezet. Een jaarlijks sluitende begroting en het zoveel mogelijk achter wege laten van lastenverzwaringen zijn de voornaamste ele menten van een dergelijk beleid. Door te kiezen voor een strakke financiële discipline blijft ook in een tijd van ruimer bemeten geldmiddelen de druk aanwezig om voortdurend te zoeken naar mogelijkheden om de gemeentelijk organisatie doelmatiger te doen functioneren en waar mogelijk beleidsom buigingen te realiseren volgens het principe: nieuw in de plaats van oud beleid. Wellicht ware om die reden te overwe gen de jaarlijkse reservering voor nieuw beleid, die nu f 1,2 miljoen beloopt, op een hoger bedrag te bepalen, b.v. door een verhoging met 50% tot f 1,8 miljoen. Naarmate een groter bedrag voor nieuw beleid moet worden gereserveerd zo dat bestaande activiteiten kritischer moeten worden ge toetst, zal er minder snel kunnen worden besloten om extra budgettaire mogelijkheden die zich voordoen, aan te wenden voor de opvang van knelpunten. Wij hebben de indruk dat thans soms te lichtvaardig knelpunten worden gesignaleerd, waar oud beleid voor nieuw beleid zou moeten worden inge ruimd. Ten aanzien van het tarievenbeleid wensen wij vast te houden aan het uitgangspunt van de huidige raadsperiode, te weten dat lastenverzwaringen zoveel mogelijk moeten wor den voorkomen. Tussentijds is op onze suggestie het pro gram-akkoord op dit punt aangescherpt doordat de raad bij de Kadernota 1988 heeft besloten dat de belastingtarieven jaarlijks zullen worden aangepast aan de feitelijke prijs ontwikkeling. Door de bovengrens voor de belastingheffing te leggen bij maximaal een trendmatige verhoging, hebben wij de belastingbetaler willen beschermen tegen ongebreidel de structurele lastenverzwaringen die mogelijk zijn gewor den nu de absolute heffingslimiet voor de onroerend goedbe- lasting is afgeschaft. Het is niet ondenkbaar dat Breda qua belastingniveau de komende jaren ten opzichte van andere met Breda concurrerende gemeenten, zodanig uit de pas gaat lopen dat het Bredase vestigingsklimaat nadelig wordt beïn vloed. In dat geval zou naar onze mening in enig jaar de in flatiecorrectie geheel of gedeeltelijk achterwege kunnen blijven, voorop gesteld dat de financiële ruimte dat ook mo gelijk maakt. Voor alle duidelijkheid, de V.V.D. pleit niet voor het loslaten van de koppeling aan de prijsontwikkeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 80