6 MAART 1990
84
de adviezen zijn van die adviesraden de adviezen komen
hetzij laat, hetzij direct via de adviesraden, maar dat is
onzes inziens niet de directe lijn) en ook wat er met die
adviezen is gebeurd die naar de raad komen. Belangrijk is,
dat dat duidelijk is en dat we daarin ook inzicht kunnen
hebben. Het derde aspect dat ik wil noemen, betreft de sec
tor cultuur. Het zal U niet verbazen. Als we terug kijken
naar de afgelopen vier jaar, dan moeten we constateren, dat
we eigenlijk toch een halve periode lang een beetje tegen
de cultuur hebben zitten aanhikken met zijn allen. Pas in
de laatste anderhalf i twee jaar hebben we moeten constate
ren dat een - derh id van de raad het belang van de sec
tor cultuur li elijk heeft onderkend en de zaak op de rit
heeft gezet. Ook binnen het college heeft ar in het eerste
gedeelte van deze periode blijkbaar het een en ander ge
schort. Over de kentering die we dan hebben mogen constate
ren, zijn we zeer verheugd. Er zijn vele nota's verschenen
en enkele activiteiten zijn dan feitelijk op route gezet,
we denken aan de artotheek en de schouwburg. Dat is een be
moedigend gegeven. Echter, er liggen nog vele beleidsno
ta's, er komen er nog enkele en we moeten de zaken nog inel-
kaar schuiven. Daarnaast zijn er nog knelpunten, waarschijn
lijk of mogelijk, binnen de sector cultuur zelf. Kortom, de
hele sector cultuur vraagt na het verschijnen van alle be
leidsnota's ook om actienota's. Dat is dan ook de vraag:
wanneer kunnen we de eerste actienota's op basis van het be
leid dat we in hoofdlijnen hebben vastgesteld, verwachten,
inclusief de personele en financiële knelpunten en is er
een planning te geven wanneer we wélke actienota's kunnen
verwachten, want dat U ze niet morgen meteen op tafel to
vert, is ons ook duidelijk. Betreffende het milieu het vol
gende. De vele rapporten die de afgelopen jaren verschenen
zijn, hebben een duidelijk beeld gegeven van de opgelopen
achterstand in de milieuzorg. Overigens is dit niet een spe
cifieke problematiek binnen Breda, maar een landelijke pro
blematiek. We hoeven hier slechts te verwijzen naar onder
andere de riolering en anderen hebben ook andere voorbeel
den genoemd. Naar onze mening lijkt het haast onontkoombaar
hieraan in de toekomst nadrukkelijker aandacht te besteden,
dan we tot nu toe hebben gedaan. Dat we hierop terug zullen
komen bij de programma-onderhandelingen, zal duidelijk
zijn. We zullen ook niet alle punten, die we daarover heb
ben in ons verkiezingsprogramma, opnoemen. Daarnaar verwijs
ik graag. Dat het nadrukkelijker aandacht moet krijgen,
staat voor ons als een paal boven water. Een ander punt dat
ons zorgen baart in de sector milieu, is iets dat op ons af
komt van buitenaf, namelijk de negatieve publiciteit die er
de laatste tijd ontstaan is over de recyclingactiviteiten.
Ook als gemeente denk ik dat we er alles aan moeten doen om
de positieve kanten die de recyclingactiviteiten hebben, te
benadrukken. Hier worden alle batterijen netjes ingezameld,
vervolgens gaan ze in een vrachtwagen naar Oost-Duitsland,
we pletteren ze daar in de grond en dan is ons probleem op
gelost: dat geeft een negatief beeld van recycling. Ik denk
dat we ons met zijn allen hiertegen moeten verzetten, en