6 MAART 1990 91 Er zullen voorstellen komen over hoe de begroting voor 1991 er uit zal zien. Ik denk dat nu voor een belangrijk gedeel te die hele discussie plaats gaat vinden in de college-on derhandelingen. Dat zijn onderhandelingen, die steeds in be slotenheid, achter gesloten deuren, plaatsvinden en de za ken voltrekken zich daar: besluitvorming over vrij belang rijke zaken, waarop de Bredase burger geen enkele kijk heeft. Evenmin hebben de adviesraden, die we op dit moment hebben en zoals de procedure is vastgesteld inzicht hierin, laat staan, dat ze geïnformeerd zijn over de huidige proce dure. Ze hebben eigenlijk niets kunnen inbrengen. Tegen die werkwijze heeft de PSP-fractie grote bezwaren. Wij hadden graag gezien, dat de adviesraden gewoon hun inbreng konden leveren. Dan kun je bij collegeonderhandelingen die zaak meenemen, liefst in de openbaarheid. Ik hoop, dat dat toch eens een keer echt gaat gebeuren, zodat de Bredase bevol king weet hoe de keuzes voor 1991 en de daarop volgende ja ren tot stand komen. De VOORZITTER Dank u wel, mijnheer Garritsen. Daarmee is dan van de zijde van de raad in eerste instantie de discussie afgerond. Ik stel u voor tot 21.00 uur te pauzeren. PAUZE De voorzitter heropent de vergadering. B. BEANTWOORDING COLLEGE. De VOORZITTER Dames en heren, ik wil graag de beraadslagingen over deze Kadernota heropenen met het antwoord van het college. Begin nend daarmee wilde ik graag namens het college opmerken, dat wij de raad danken, dat zij toch heeft mogen constate ren, dat deze Kadernota inderdaad conform de afspraken is gepresenteerd zoals die destijds gemaakt zijn. Aan de ene kant is er een redelijk gevoel voor understatement, want wij hebben zelf gezegd, dat het een beperkte Kadernota is. Dit in verband met de opmerking van de heer Taks dat eigen lijk het hart ontbreekt en dat je het geen kadernota zou mo gen noemen. Laat ik in ieder geval heel duidelijk namens het college zeggen, dat wij van opvatting zijn, zoals wij hier zitten, dat dat een éénmalige afspraak was, die wij met elkaar hebben gemaakt voor dit gekke jaar en dat er al thans geenszins in de boezem van dit college (maar wie zijn wij, dat wij over ons graf heen regeren) voornemens zijn daaruit verder te mogen concluderen, dat deze dus voor de toekomst zou moeten worden gecontinueerd. Neen, integen deel, als het aan dit college, in deze samenstelling ligt, zijn wij voornemens, of hebben wij in ieder geval de inten tie, om de kadernotamethodiek, zoals wij die met elkaar de afgelopen jaren hebben beleefd, ook heel nadrukkelijk te continueren en beschouwen wij dit als een éénmalig inci dent. Wellicht zal dat wederom in 1994 opnieuw tot een inci dent leiden, maar wij hebben dan nog tijd genoeg om met el-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1990 | | pagina 91