27 maart 1991 105 De heer GARRITSEN Ik kan me volstrekt vinden in de woorden van de heer Pee- ters; hij heeft perfect aangegeven waar ook onze bezwaren liggen en wij sluiten ons daarbij aan. Wethouder RATTINK Allereerst wil ik reageren op de vraag van de heer Van Gurp over de kantoorbestemming. Indertijd is bij het voorberei- dingsbesluit duidelijk aangegeven, dat de wijziging om te komen tot een voorbereidingsbesluit lag in de wijziging van de kantoorbestemming. En daarmee heeft de raad in principe ingestemd. Het punt waarvoor we dan uiteindelijk de handte kening zetten is het bouwplan. Naar aanleiding van de opmer kingen die de heer Peeters maakte en in het vervolg daarvan de heer Van Gurp en de heer Garritsen het volgende. Dit is bijna een discussie over mooi en lelijk en in die zin wil ik nog even op de opmerking van de welstandscommissie terug komen. Het is niet aan de welstandscommissie om op een gege ven moment te zeggen: wij willen daar iets anders. De wel standscommissie toetst op de redelijke eisen van welstand en als een bouwplan daaraan voldoet en die discussie hebben we al eens eerder in de commissie gehad, dan is dat voor welstand in feite voldoende. Ik heb al eens eerder gezegd dat de voorzitter van de welstandscommissie af en toe ook niet gelukkig is, als gebouwen geen acht scoren, maar dat hij af en toe met veel pijn en moeite probeert door wat gesleutel van een vier een zes min te maken. In die zin is ook de discussie over architectuurbeleid een zaak die erop is gebaseerd om instrumenten te ontwikkelen om verdergaande maatregelen te kunnen nemen, om van het moeizame ge-urm om van vieren zesminnen te maken af te komen. In die zin moet U de opmerking zien die op de notitie stond en die voor de commissie ter visie lag. Het is niet aan welstand om te be palen of daar iets anders komt. Neen, welstand dient inge diende bouwplannen te beoordelen en te kijken of die aan de redelijke eisen van welstand voldoen. In die zin kunnen we blijven discussiëren over kleur en ramen en dat soort zaken meer, maar ik denk dat dat hier op dit moment nu niet meer aan de orde is. Voor wat betreft de parkeerproblemen is er met derden een overeenkomst gesloten, die voor U ter visie heeft gelegen. In dit plan wordt in het aantal parkeerplaat sen conform de norm voorzien. De heer PEETERS Ik heb niet willen beweren dat de welstandscommissie dat zou bepalen en een ander bouwplan zou kunnen aangeven. Wat ik heb willen aangeven is dat door de indieners als het wa re als argument wordt gebruikt dat de welstandscommissie ak koord is. En daarmee heb ik willen aangeven dat de wel standscommissie ook evengoed met een andere vormgeving ak koord zou zijn gegaan, wanneer die binnen die redelijke ei sen, waarover de wethouder spreekt, zou liggen. De heer VAN GURP

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 105