27 maart 1991
115
Mevrouw VAN OOSTERHOUT
Ook hiervoor geldt de ontvangst van 3 6 stembriefjes. Onder
categorie A. zijn alle 36 stemmen toegekend aan de heer
Kalsbeek. Onder categorie B. heeft mevrouw Van der Poel de
meerderheid van de 36 stemmen toegekend gekregen, namelijk
3 2 stemmen. Onder categorie C. heeft de heer Snepvangers al
le 3 6 stemmen toegekend gekregen.
Akkoord met benoeming van de heer F.G. Kalsbeek, mevrouw
J.C. van der Poel en de heer C.A.M. Snepvangers tot lid van
de bestuurscommissie openbare bibliotheek.
76. OVERDRACHT VAN DE EDUCATIEVE WEGWIJZER VAN DE OPENBARE
BIBLIOTHEEK NAAR DE STICHTING REC-49.
Akkoord.
77. BEROEPSCHRIFT VAN BEMIDDELINGS BURO NIEUWE HUIZEN VOOR
STICHTING MUZIPOTEGEN WEIGERING SUBSIDIE VOOR SCHOOL
VOORSTELLINGEN
De heer GARRITSEN
Het gaat hier om een gering subsidiebedrag dat wordt aange
vraagd. Een subsidie om activiteiten op cultureel gebied op
scholen te gaan organiseren. Dit verzoek is niet gehono
reerd, omdat voor dit soort activiteiten in feite geen bud
get bestaat. In de bezwaarschriften heb ik in een verslag
gelezen dat erop aangedrongen is om te kijken of het subsi
diebedrag ten laste van de experimentenpot gebracht kan wor
den. Het college zegt dat, als scholen dit soort culturele
activiteiten willen doen, de kosten ten laste van het regu
liere budget moeten komen via de LONDO-vergoedingen. We we
ten allemaal dat die LONDO-vergoedingen dermate onder druk
staan, dat zij ontoereikend zijn. De gemeente legt jaar
lijks al het nodige geld voor het onderwijs bij. De bezwaar
schriftencommissie kan dat advies wel uitbrengen, maar als
het college dat overneemt, dan vind ik dat toch een beetje
een drogreden. We hebben net nog 75.000,toegekend voor
een feestje, dat overigens van harte wordt gegund. Daarom
vind ik dat een paar duizend gulden voor deze culturele ac
tiviteiten ook gehonoreerd zouden moeten kunnen worden.
Wethouder ADANK
Als we daaraan zouden toegeven, gelet op de motivering die
ook in het preadvies staat, dan denk ik dat we de deur open
zetten voor een groot aantal andere zaken, dat binnen de
LONDO-normering vanuit de verantwoordelijkheid van de bestu
ren gerealiseerd zou kunnen worden. Daar moet de afweging
plaatsvinden, daar zou men ook moeten besluiten hoe met de
beschikbare middelen, hoe gering ze ook zijn, omgegaan moet
worden.
De heer GARRITSEN